Samenhang inkomen, inflatie en koopkracht
1 / 17
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 5 - Lien
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 6 - Lien
uitslag 2e kamer verkiezingen, Linkse partijen
Het minimumloon moet van €10,-- verhoogd worden naar €14,--
Hier ben ik het mee eens
Hier ben ik het niet mee eens
Slide 7 - Sondage
Cet élément n'a pas d'instructions
economische begrippen bij dit onderwerp
Slide 8 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Je werkt in een supermarkt. Je uurloon gaat van €10,-- naar €14,-- per uur.
Dit is voor de werknemer positief omdat.....
Gebruik economische begrippen in je antwoord.
Dit is voor de werknemer positief omdat.....
Gebruik economische begrippen in je antwoord.
Slide 9 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Je bent werkgever. Het minimum uurloon gaat van €10,-- naar €14,-- per uur.
Dit is negatief voor de werkgever omdat.....
Gebruik economische begrippen in je antwoord.
Dit is negatief voor de werkgever omdat.....
Gebruik economische begrippen in je antwoord.
Slide 10 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Je bent werkgever. Het minimum uurloon gaat van €10,-- naar €14,-- per uur.
Dit is positief voor de werkgever omdat.....
Gebruik economische begrippen in je antwoord.
Dit is positief voor de werkgever omdat.....
Gebruik economische begrippen in je antwoord.
Slide 11 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Hieronder staan drie economische verschijnselen:
1 minder ruimte voor investeringen
2 veroudering van de kapitaalgoederen
3 stijging van de bedrijfskosten
In welke regel staan deze verschijnselen zo, dat een logische
gedachtegang ontstaat?
1 minder ruimte voor investeringen
2 veroudering van de kapitaalgoederen
3 stijging van de bedrijfskosten
In welke regel staan deze verschijnselen zo, dat een logische
gedachtegang ontstaat?
A
loonstijging → 1 → 3 → 2 → verslechtering concurrentiepositie
B
loonstijging → 2 → 3 → 1 → verslechtering concurrentiepositie
C
loonstijging → 3 → 1 → 2 → verslechtering concurrentiepositie
Slide 12 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 13 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
We spreken van volledige prijscompensatie als de nominale verandering
van het (netto) inkomen …(1)… (gelijk aan / hoger dan / lager dan) de
inflatie is. Dat betekent dat de koopkracht van een werknemer …(2)…
(daalt / gelijk blijft / stijgt). Schrijf 1 en 2 voor je antwoord.
van het (netto) inkomen …(1)… (gelijk aan / hoger dan / lager dan) de
inflatie is. Dat betekent dat de koopkracht van een werknemer …(2)…
(daalt / gelijk blijft / stijgt). Schrijf 1 en 2 voor je antwoord.
Slide 14 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Werknemers krijgen een hoger loon
---->
De economie groeit.
Hoe kan dat?
---->
De economie groeit.
Hoe kan dat?
Slide 15 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 16 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Ik snap wat de begrippen inflatie, inkomen en koopkracht met elkaar te maken hebben.
😒🙁😐🙂😃
Slide 17 - Sondage
Cet élément n'a pas d'instructions
