M3 Herhalen H2 Bronnen van Energie

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

M3 Herhalen H2 Bronnen van Energie

Ga zitten op je plek.

Log alvast in op de Lesson-Up.

Herhalen H2

Paragraaf 1: De wereld van je stopcontact

Paragraaf 2: Energiebronnen

Paragraaf 3: Gevolgen van energiegebruik

Werkvorm: Fossiele brandstoffen

Vandaag

Vorige les?

Quizvragen over H2

Zelfstandig werken/leren

Afronden

Beschrijf in je eigen woorden wat we bedoelen met fossiele brandstoffen.

Beschrijf kort hoe steenkool ontstaat.

Grijze stroom wordt opgewekt uit...

1. Zonne-energie
2. Hydro-energie
3. Fossiele-energie
4. Waterkracht

Welk begrip hoort bij de omschrijving:

Ontstaat wanneer ruimte die gebruikt zou moeten worden voor landbouw of woningen, gebruikt wordt voor grote duurzame elektriciteitscentrales.

1. Horizonvervuiling
2. Afvalverbranding
3. Duurzame energiebron
4. Concurrentie om de ruimte

In Spanje en Marokko worden meer zonneparken aangelegd dan in NL, omdat de zon hier meer schijnt. Noem nog een andere reden waarom hier meer zonneparken zijn.

Welk begrip hoort bij de omschrijving:

Een energiebron die kan opraken.

1. Hernieuwbare energiebron
2. Duurzame energie
3. Niet-hernieuwbare energiebron
4. Groene stroom

Het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen is in Nederland ... %.

1. 5%
2. 13%
3. 38%
4. 41%

Waarom zou je kunnen zeggen dat biobrandstoffen niet duurzaam zijn?

Herhalen H2

Paragraaf 5: Energiegebruik in en om het huis

Paragraaf 6: Duurzame energie

paragraaf 7: Geografische vragen

Werkvorm: ecologische voetafdruk

Welk begrip hoort bij de omschrijving:
Dit laat zien hoeveel ruimte er nodig is om alles wat je in één jaar tijd gebruikt te produceren en te verwerken.

1. Concurrentie om de ruimte
2. Ecologische voetafdruk
3. Getijdencentrale
4. Horizonvervuiling

Niet ieder huishouden gebruikt evenveel energie. Leg uit hoe de samenstelling van het huishouden invloed heeft op de hoeveelheid energie die wordt gebruikt.

Wat is bio-ethanol?

1. Een duurzame brandstof uit suiker
2. Een fossiele brandstof uit bruinkool
3. Een duurzame brandstof uit aardolie
4. Een duurzame brandstof uit water

Leg uit hoe het kan dat mensen met een hoger inkomen meer energie in huis gebruiken.

Bekijk de afbeelding

Welk begrip hoort bij de afbeelding?

1. Energie uit aardwarmte
2. Energie uit waterkracht
3. Bio-ethanol
4. Biomassa

Wat is geen vorm van een duurzame energiebron?

1. Biomassa
2. Waterkracht
3. Aardolie
4. Zon

Warmteopslag is duurzaam. Niet iedere grondlaag is geschikt. Isoleert zand of klei beter?

1. zand
2. klei
3. Geen van beiden zijn geschikt
4. Ze zijn beiden even geschikt

"Wat is daar?" is een voorbeeld van een ... vraag

1. beschrijvende vraag
2. verklarende vraag
3. voorspellende vraag
4. waarderende vraag

Aan de slag!

Wat: maak de test-jezelf van 2.2, 2.3, 2.5, 2.6 en 2.7

Hoe: alleen, voor jezelf

Vragen: Help eerst elkaar, vraag daarna de docent

Klaar: kies: leer de begrippen / maak een samenvatting van 2.1 t/m 2.7 (2.4 niet)

Afronden

Zorg ervoor dat je de test-jezelfs hebt gemaakt.

Heb je nog vragen over 2.1 t/m 2.7? Stel ze!

Volgende les: Herhalen 2.8 t/m 2.11

Herhalen H2

Paragraaf 8: Aardgas in Groningen

Paragraaf 9: Kernenergie in Frankrijk

Paragraaf 10: Zon, Water en Wind

Paragraaf 11: Noor in Marokko

Werkvorm NL vs FR en Brazilië

Vandaag

Vorige les?

8 quizvragen over paragraaf 8 t/m 11 + werkvormen 

Zelfstandig werken

Afronden

In welk jaar werd er in Groningen aardgas ontdekt?

1. 1949
2. 1959
3. 1969
4. 1979

Aardgas bevindt zich diep in de grond in...

1. Zandsteen
2. Steenzout
3. Kleilaag

Bekijk de afbeelding goed.

Leg in je eigen woorden uit hoe het boren naar gas leidt tot aardbevingen

Noem een nadeel van kernenergie.

In welk land verwacht je meer co2-uitstoot, NL of FR? Leg uit waarom.

hydro-elektriciteit is energie uit...

1. Water
2. Wind
3. Aardwarmte
4. Biomassa

Welke vorm van duurzame energie is het meest geschikt om in Nederland op te wekken? Water, wind of zon? Leg uit.

Wat wordt er bedoelt met de zin:
Brazilië maakt een omgekeerde energietransitie door.

Aan de slag!

Wat: maak de test-jezelf van 2.8 t/m 2.11

Hoe: alleen, voor jezelf

Vragen: Help eerst elkaar, vraag daarna de docent

Klaar: kies: leer de begrippen / maak een samenvatting van 2.5, 2.6 en 2.7

Afronden

Volgende les: docu?