H3 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

H3 Lezen

Leerdoel

Je weet wat een verband is.

Je weet wat signaalwoorden zijn.

Je kent de verbanden opsomming en tegenstelling.

Verbanden en signaalwoorden

Verband --> wat hebben zinnen of alinea's met elkaar te maken?

Signaalwoorden laten dit verband zien.

Verbanden:
- Opsomming
- Tegenstelling

Opsomming

Voorbeeld signaalwoorden: 

- ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, ten slotte, en. 

- streepjes, punt en getallen

- een dubbele punt, bijvoorbeeld:
Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.

Tegenstellingen

Voorbeeld signaalwoorden:

- tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant … aan de andere kant.
Bijvoorbeeld:

– De oude achtbaan is niet heel mooi, maar hij gaat wel ontzettend hard.

Uitlegfilmpje

Opdracht 1 (klassikaal)

Maken

H3 paragraaf lezen: opdr. 2

Deel 2

Vorige les

-Signaalwoorden

- Verbanden

Opsommend en tegenstellend

Wat weet je nog?

Het signaalwoord 'ten eerste' hoort bij het tekstverband

1. opsommend
2. tegenstellend

Het signaalwoord 'maar' hoort bij het tekstverband

1. opsommend
2. tegenstellend

Het signaalwoord 'aan de andere kant' hoort bij het tekstverband

1. opsommend
2. tegenstellend

Het signaalwoord 'ten slotte' hoort bij het tekstverband

1. opsommend
2. tegenstellend

Het signaalwoord 'verder' hoort bij het tekstverband

1. opsommend
2. tegenstellend

Maken

Werk rustig verder aan de opdrachten van lezen.