2.4 Schrijven en formuleren - Talent

Nederlands klas 1

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , je Talentboek en je etui op tafel
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands klas 1

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , je Talentboek en je etui op tafel

Slide 1 - Diapositive

Lekker lezen

  • Begin met lezen in je leesboek
  • We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen



timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Fictiedossier
Je leest een boek,
je kiest een opdracht, 
je levert de opdracht in (SOM)

elke woensdag check of het allemaal lukt

Slide 3 - Diapositive

Startopdracht
Herschrijven schrijfopdracht kerstvakantie:

Begin je alinea met: In de kerstvakantie ....

Schrijf 1 alinea van 2 zinnen en gebruik 2 beoordelingswoorden.

timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Startopdracht
1. Schrijf 1 zin heel precies over uit je leesboek. 

2. Onderstreep de werkwoorden in de zin.

3. Zet een cirkel om het moeilijkste woord.






Slide 6 - Diapositive


  • Wil je iets vertellen, steek je je vinger op.
  • We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 
  • Je gebruikt je iPad alleen als dat is toegestaan.
  • Als overleg mogelijk is, overleg je zachtjes met elkaar.


    Afspraken

    Slide 7 - Diapositive

    Check
    Hoe voel je je op dit moment?
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 8 - Sondage

    2.4 Schrijven en formuleren
    In deze paragraaf leer je:

    • hoe je een (online) formulier invult

    Slide 9 - Diapositive

    formeel en informeel
    Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons. Je schrijft vaak zoals je spreekt.

    In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal, formeel taalgebruik. Let dan op de volgende punten:
    - spreek de ander aan met u;
    - gebruik nette woorden;
    - schrijf in hele zinnen.

    Slide 10 - Diapositive

    Schrijven in alinea's
    Een zakelijke tekst is ingedeeld in alinea’s. Dat geldt ook voor een zakelijke brief (of zakelijke e-mail). 
    Door goede alinea’s wordt de opbouw van je tekst duidelijk. Daarmee help je de lezer, zodat die de tekst beter kan begrijpen.


    * Maak gebruik van witregels.
    * Begin de alinea met de kernzin. Dat is de belangrijkste zin.



    Slide 11 - Diapositive

    Formeel en informeel
    Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons. Je schrijft vaak zoals je spreekt.

    In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal.

     Let dan op de volgende punten:
    - spreek de ander aan met u;
    - gebruik nette woorden;
    - schrijf in hele zinnen.



    Slide 12 - Diapositive

    Talent Schrijven 2.4

    Maak aantekeningen, schrijf belangrijke dingen op en noteer de begrippen
    Instructie en aantekeningen

    Slide 13 - Diapositive

    Formulier invullen

    Slide 14 - Diapositive

    Formulieren

    Wat moet je allemaal invullen bij een formulier?

    Waar moet je goed opletten?

    Slide 15 - Diapositive

    Slide 16 - Question de remorquage

    Vaak worden op formulieren afkortingen gebruikt.
    Zoek de afkorting met de juiste betekenis bij elkaar. 


    30-10-2000
    Mevrouw
    Man/vrouw
    06-15258974
    Meneer (de Heer)
    m/v
    Geb.-datum
    Tel. 
    Dhr. 
    Mevr. 

    Slide 17 - Question de remorquage

    Nakijken formulier
    Opdracht:

    Vul het aanmeldformulier in. Houd rekening met de volgende dingen:
    • Jullie gaan met de hele klas. Reserveer genoeg banen!
    • Reserveer vroeg in de avond.
    • Een van de leerlingen in jullie klas zit in een rolstoel. Informeer of hij makkelijk kan
    binnenkomen en kan meedoen met het bowlen.

    Hoe heb je het gemaakt?

    Heb je
    * eerst gelezen en toen ingevuld
    * meteen alles ingevuld
    * overlegd of alleen gemaakt

    Slide 18 - Diapositive

    Aan het werk!
    Hoe pak jij het deze les aan?
    Ik wil graag nog meer uitleg van de docent
    Ik ga de opdrachten maken
    Ik ben klaar, ik ga lezen
    Ik ben klaar, ik ga NUMO maken

    Slide 19 - Sondage

    Vorige les
    nakijken schrijftaak ( form. bowlingbaan)
    Wat?
    schrijftaak afmaken
    Hoe?
    Lees eerst de opdracht goed door.
    Beantwoord daarna de vragen in je werkboek. (op papier)
    Hulp
    Vraag? Steek je vinger op. Je mag ook overleggen.
    Tijd
    Timer
    Klaar?
    Lezen/NUMO sprongtoets
    Aan het werk 
    timer
    10:00

    Slide 20 - Diapositive

    2.4 Schrijven en formuleren
    Na het maken van de opdrachten weet je

    • hoe je een (online) formulier invult

    Slide 21 - Diapositive

    Hoe is het deze les gegaan?
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 22 - Sondage

    Bij de les?


    Vragen?

    Heb je alles af?



    Volgende les


    Fictiedossier - vragen?

    Start 2.5 Woorden 

    Slide 23 - Diapositive