15 juni 2021

Reminder: afspraken in de lessen
  1. Ik ben op tijd op de afgesproken plek.
  2. Mijn jas hangt aan de kapstok, mijn pet is af. 
  3. Ik ben voorbereid op de les, omdat ik daarvoor de juiste spullen bij me heb.
  4. Mijn telefoon & oortjes zitten in mijn kluis of in de telefoontas. 
  5. Ik ga rustig naar mijn plaats.
  6. Ik volg de instructies van de docent. 
  7. Ik ga goed met mijn spullen om, ik let op de spullen van anderen en van school. 
  8. Ik let op mijn taalgebruik. 
  9. Huiswerk noteer ik in mijn agenda. 
  10. Ik accepteer dat er consequenties volgen, wanneer ik mij niet aan deze afspraken houd. 

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Reminder: afspraken in de lessen
  1. Ik ben op tijd op de afgesproken plek.
  2. Mijn jas hangt aan de kapstok, mijn pet is af. 
  3. Ik ben voorbereid op de les, omdat ik daarvoor de juiste spullen bij me heb.
  4. Mijn telefoon & oortjes zitten in mijn kluis of in de telefoontas. 
  5. Ik ga rustig naar mijn plaats.
  6. Ik volg de instructies van de docent. 
  7. Ik ga goed met mijn spullen om, ik let op de spullen van anderen en van school. 
  8. Ik let op mijn taalgebruik. 
  9. Huiswerk noteer ik in mijn agenda. 
  10. Ik accepteer dat er consequenties volgen, wanneer ik mij niet aan deze afspraken houd. 

Slide 1 - Diapositive

Today
1. Homework check: exc. p1-p6 & 31/32/33
2. Grammar: tags & possessive pronouns
3. Phrases, lesson 4
4. Work
5. Rounding off

Slide 2 - Diapositive


Aan het einde van deze les..
  1. weet je hoe je bezittelijke voornaamwoorden in het Engels moet gebruiken.
  2. weet je hoe je 'question tags' maakt. 
  3. heb je kennis gemaakt met de phrases van lesson 4

Slide 3 - Diapositive

check

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien


Exc. 31/32/33

p.114/115

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Question tags
Neem deze zinnen over in je schrift:

  • You like pizza, don't you?
  • The Netherlands won the match, didn't they? 
  • She can't come tonight, can she?




Slide 8 - Diapositive

Wat valt op? 

  • You like pizza, don't you?
  • The Netherlands won the match, didn't they?
  • Tessa can't come tonight, can she?

Slide 9 - Diapositive

Question tags

Wanneer?
  • Als je in het Engels vraagt om 'bevestiging'. 
  • In het NL dan vaak:  hè, toch, nietwaar?
Hoe?
+ wordt - en - wordt +

  • Is het werkwoord vóór de komma bevestigend, dan wordt de tag ná de komma ontkennend: 
    You like (+) pizza, don't (-)you?
  • Is het werkwoord voor de komma ontkennend, dan wordt de tag ná de komma bevestigend:
    Tessa can't (-) come tonight, can(+) she?

Slide 10 - Diapositive

Let op!
  • Vormen van het werkwoord 'to be' herhaal je in de tag:
     She isn't (-)angry, is(+) she?
  • Dat geldt ook voor hulpwerkwoorden (can, could, will, would, should, have):
    You have(+) done your homework, haven't(-) you? 
  • Ook het onderwerp komt altijd in de tag terug:
    The Netherlands won the match, didn't they?
  • Tot slot: kijk altijd goed naar de tijd waarin het werkwoord staat. 

Slide 11 - Diapositive

Vul de juiste tag in..
You will be home early, ...

Slide 12 - Question ouverte

Vul de juiste tag in:
He took you home, ...

Slide 13 - Question ouverte

Vul de juiste tag in:
The Netherlands won't play tonight, ...

Slide 14 - Question ouverte

Vul de juiste tag in:
You aren't going to be there, ...

Slide 15 - Question ouverte

possessive pronouns

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

3. Work
Homework, Wednesday June 16th:
Unit 6: 
lesson 4, exc. 35/36/37 (p.117/p.118)


Meenemen:
workbook B
  • Voor jezelf
  • In stilte
  • Tot de afsluiting van de les
  • Muziek mag
  • Klaar? doe dan iets voor jezelf. Maar blijf in de lessonup!

Slide 18 - Diapositive

4. Rounding off
Schrijf zelf een zin op waarin je een question tag gebruikt.

Slide 19 - Question ouverte