Woe 08-02-23 4.1

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

HA3C
Mittwoch, 08. Februar 2023

Slide 2 - Diapositive

die Planung
  • Voorstellen
  • Toetsen plannen P3
  • Grammatik B: keuzevoorzetsels
  • Samen oefenen
  • Aufgaben

Slide 3 - Diapositive

Regels/verwachtingen
  • Je bent altijd op tijd aanwezig in mijn lessen.
  • We behandelen elkaar met respect (docent-leerling) (leerling-leerling).
  • Als ik of een medeleerling praat ben jij stil.
  • Telefoon in telefoontas + geen jas
  • Naar de wc? Vragen.
  • Je blijft zitten totdat de volgende les begint. 

Slide 4 - Diapositive

Leergang: Na Klar
  • Kiezen: boek of online

  • Online? Je maakt het hele hoofdstuk online, niet half online half in het boek.
  • Merk ik dat het online niet goed gaat --> als nog boek

Slide 5 - Diapositive

Pak je planner

Slide 6 - Diapositive

Grammaticatoets (3x)


  • Grammatik B keuzevoorzetsels blz. 13/14
  • Grammatik D keuzevoorzetsels blz. 22
  • Woordjes Kapitel 4 L1/2/3 (blz. 54/55), leren zoals het staat
  • Geen zinnen!
Week 10: woensdag 8 maart, 4e uur

Slide 7 - Diapositive

Grammatik B
keuzevoorzetsels

Slide 8 - Diapositive

Keuzevoorzetsels zorgen voor een 3e of 4e naamval.
Het zijn er 9.
De vertaling moet je kennen voor de toets!
Keuzevoorzetsels

Slide 9 - Diapositive

Hoe weet je of het 3e of 4e naamval is?
Keuzevoorzetsels
3e naamval: rust of toestand (ergens zijn)
                        Je kunt vragen: waar? of wanneer?
4e naamval: beweging (ergens komen)
                        Je kunt vragen: Waarheen?

Slide 10 - Diapositive

Keuzevoorzetsels
Werkwoorden met een vaste naamval die vaak met keuzevoorzetsels worden gebruikt.
3e naamval: sein, sitzen, stehen, liegen
4e naamval: gehen, fahren, sich setzen, (sich) stellen,  
                        (sich) legen, hängen-iets ophangen

Als je een van deze werkwoorden in een zin ziet staan weet je al automatisch al welke naamval het is.

Slide 11 - Diapositive

Oefenen

1. Zwischen den Bäumen war nur wenig Platz.
2. Heute Abend gehen wir in die Disko.
3. Der Bahnhof liegt hinter unserer Schule.
4. Ich bin an einem Freitag geboren.
5. Über meinem Schreibtisch hängt ein Poster.
6. Können Sie den Wagen vor den Eingang fahren?
Welk keuzevoorzetsels + 3e of 4e naamval?

Slide 12 - Diapositive

 Aufgaben machen
opdrachten maken
  • Was (wat)? 
Kapitel 4, Lektion 1, Aufgabe: 11 t/m 14

  • Wie (hoe)? Online of boek
  • Hilfe (hulp)? Buren, docent
  • Zeit (tijd)? 11:30





An die Arbeit!

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive