3AM - Les pronoms Y et EN

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Les pronoms Y et EN

Objectifs

Tu peux / Tu sais ...

1. employer correctement Y et EN.
2. mettre Y et EN correctement dans la phrase.

Qualification

Y ou EN? Explique!

Cet appareil-photo? En effet, nous [...] sommes très contents!

Y ou EN? Explique!

Regarder un film ? Désolé, je n’[...] ai pas envie.

Y ou EN? Explique!
Tu as vu quelqu’un dans le couloir ?
– Non, je n’[...] ai vu personne.

Y et EN: voornaamwoorden

• "en" en "y" vervangen zinsdelen over dingen of plaatsen.
• Vertaling: er, erheen, erop, erover, eraan, erin, ervan
• Plaats in de zin: dezelfde regels als bij de pronoms COD/COI

Voornaamwoord: "en" 

- "en" verwijst naar een hoeveelheid of een zin / zinsdeel dat begint met het voorzetsel "de" (du, des, d') of met "un / une"

 Voorbeelden:

- Hoeveelheid: vous allez faire trois salades. - > Vous allez en faire trois.

- De: On n'a pas envie d'aller au collège. -> On n'en a pas envie. 

- Un/une: je prends une tasse de thé -> J'en prends une.

Let op!

- Kijk naar onderstaande zinnen. Wat valt je op?

Je prépare deux salades.

J'en prépare deux.

Let op!

- Kijk naar onderstaande zinnen. Wat valt je op?

Je prépare deux salades. J'en prépare deux.

Une fête surprise? J'en organiserai une.

--> Als er un/une of een hoeveelheid in de zin staat,
dan blijft un / une of die hoeveelheid staan!

Voornaamwoord: Y

"y" verwijst naar een zin/zinsdeel dat begint met

andere voorzetsels dan "de", zoals: dans, sur, à

Voorbeelden:

On va au cinéma en voiture. 

--> On y va en voiture. = Wij gaan er met de auto heen.

"en" et "y" zijn ....

1. zelfstandige naamwoorden
2. bijwoorden
3. voornaamwoorden
4. bijvoeglijke naamwoorden

Wat is de vertaling van "en" en "y"?

1. de hele of alle
2. een 'ER-woord'
3. mijn, jouw, haar etc..
4. lidwoorden het en de

"en" en "y" vervangen personen.

1. Waar
2. Niet waar

Als er een hoeveelheid of un/une in de zin staat, dan blijft die hoeveelheid niet staan.

1. Waar
2. Niet waar

Met welk voorzetsel begint de hoeveelheid/zin/zinsdeel waarnaar "en" verwijst?

1. de
2. dans, sur
3. le/la/les
4. à

On va à la plage en train.
Vervang het zinsdeel met een voornaamwoord.

1. On en va en train.
2. On va en train.
3. On va y en train.
4. On y va en train.

Welke volgorde is juist?

1. On en va faire deux.
2. On va en faire deux.

Vervang door y of en.
Tu parles de tes copains?

1. Tu y parles?
2. Tu en parles?
3. Tu parles en?
4. Tu parles y?

Vervang door y of en
Il mange des bananes.

1. Il y mange.
2. Il en mange.
3. Il mange en.
4. Il mange y.

Vervang door y of en.
Tu vas souvent à Paris.

1. Tu en vas souvent.
2. Tu vas en souvent.
3. Tu y vas souvent.
4. Tu vas y souvent.

Vervang door y of en.
Il habite dans un appartement.

1. Il en habite.
2. Il y habite.
3. Il habite en.
4. Il habite y.

Vervang door y of en.
Je veux manger des bonbons.

1. J'en veux manger.
2. Je veux en manger.
3. J'y veux manger.
4. Je veux y manger.

Vervang door y of en.
Nous voulons aller en France.

1. Nous y voulons aller.
2. Nous voulons y aller.
3. Nous voulons en aller.
4. Nous en voulons aller.

Vervang door y of en.
Je vais en Espagne.

1. J'y vais.
2. J'en vais.
3. Je vais y.
4. Je vais en.

Vervang à Paris door Y of EN. Schrijf de hele zin op.
Je vais passer mes vacances à Paris.

Vervang 'de légumes' door en of y en herschrijf de hele zin.
Nous allons manger beaucoup de légumes.

C'EST COMPRIS?

😒🙁😐🙂😃