Je kunt de kenmerken van bacteriën, virussen en schimmels noemen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Bacteriën, Virussen en Schimmels
Basisstof 2
Je kunt de kenmerken van bacteriën, virussen en schimmels noemen
Slide 1 - Diapositive
virus
bacterie
dier
plant
schimmel
Slide 2 - Question de remorquage
plant
dier
schimmel
bacterie
Slide 3 - Question de remorquage
Domeinen
Slide 4 - Diapositive
Bacteriecel
1. Celwand: stevige laag om de bacteriecel 2. Celmembraan: Een dun vlies om het cytoplasma. Bepaald wat er in en uit de cel gaat. 3. Cytoplasma: Water met opgeloste stoffen.
Geen celkern: één groot cirkelvormig chromosoom ligt los in het cytoplasma
Bacteriën zijn prokaryoot
Slide 5 - Diapositive
Bacteriecellen
Plasmide:
klein cirkelvormig DNA molecuul, kan uitgewisseld worden met andere bacterie
Slide 6 - Diapositive
Hoe groot/klein is een bacterie?
Roze = bloedcel
Paars = groepjes bacteriën
Blauw = bacterie
Achtergrond = menselijke cel
Slide 7 - Diapositive
celdeling bacterie
Slide 8 - Diapositive
Celdeling
Een bacterie deelt in de perfecte omstandigheid ongeveer elk half uur.
> Wat zou er met de celdeling gebeuren
als je het in de koelkast stopt?
> En in de vriezer?
Slide 9 - Diapositive
Nuttige bacteriën
In je darmen en op je huid leven veel nuttige bacteriën!
Slide 10 - Diapositive
Bacteriën en Schimmels zijn reducenten
Slide 11 - Diapositive
Productie van levensmiddelen en medicijnen
Slide 12 - Diapositive
Schadelijke bacteriën
Voedselbederf
Slide 13 - Diapositive
Nuttige en schadelijke bacteriën
Schadelijke bacteriën
Ze kunnen ons besmetten en ziek maken.
Als je er ziek van bent krijg je van de dokter antibiotica
Slide 14 - Diapositive
Bouw virus
Een virus bestaat uit DNA of RNA, verpakt in een laagje eiwit.
BINAS 77 A/B
Slide 15 - Diapositive
Hiv/aids
Hiv is het virus
Aids is de ziekte
Wel het virus, niet ziek: seropositief
In Nederland goed te behandelen met Aidsremmers
Slide 16 - Diapositive
Viruswerking
Virussen injecteren hun RNA of DNA in een cel
Cellen kunnen het RNA omzetten in DNA
Het virus DNA kan worden ingebouwd in het DNA van de cel
Als het virus DNA tot expressie komt worden er viruseiwitten gemaakt
De viruseiwitten maken nieuwe virusdeeltjes die de cel kunnen verlaten
Slide 17 - Diapositive
Verschil bacterie virus
Bacterie is een cel en een virus niet (leeft niet)
Bacterie kan zichzelf delen en een virus niet
Bacterie is veel groter dan een virus
Slide 18 - Diapositive
Bacteriofaag
Virus dat bacteriën als gastheer gebruikt
Erfelijk materiaal bacteriofaag dringt bacterie binnen
Erfelijk materiaal ondergaat replicatie
Nieuwe bacteriofagen geproduceerd, bacterie valt uiteen
Slide 19 - Diapositive
Gentherapie
Slide 20 - Diapositive
Schimmels
Slide 21 - Diapositive
Schimmel
Celkenmerken
Schimmels hebben een celkern.
Ze hebben ook een celwand.
Ze hebben geen bladgroenkorrels.
Ze zijn heterotroof.
Ze zijn belangrijk voor de afbraak van organische stoffen in de natuur.
Slide 22 - Diapositive
Schimmels
Meestal ongeslachtelijk voortplanting d.m.v. sporen en vermeerdering cellen van Mycelium--> schimmeldraden.
Verteren voedsel extracellulair (buiten de cel), en nemen voedingsstoffen op.
Slide 23 - Diapositive
Nuttige schimmels
Speciale soorten schimmels spelen een rol bij het maken van voedingsmiddelen.
Champignons en cantharellen zijn schimmels die we kunnen eten.
Schimmelkaas
1
Gist is een eencellige schimmel.
Gebruikt voor het rijzen van deeg
2
Schimmel speelt een rol bij maken van bier / wijn
3
cantharellen en champignons
4
Slide 24 - Diapositive
Gisten (eencellige schimmels)
Slide 25 - Diapositive
Alcoholgisting
Gist wordt gebruikt voor de productie van brood, wijn, en bier. Door alcoholgisting ontstaan alcohol en CO2
Slide 26 - Diapositive
Meercellige schimmels
Veel schimmels zijn reducenten, ze mineraliseren dood organisch materiaal. Deze mineralen kunnen gebruikt worden voor de groei van planten
Slide 27 - Diapositive
1
2
5
3
4
Virus dringt de cel binnen en valt uiteen
Virus DNA/RNA wordt vermenigvuldigd en viruseiwit wordt gemaakt
Nieuwe virussen verlaten de cel
Virus Hecht aan de cel
Virus DNA dringt de celkern binnen
Slide 28 - Question de remorquage
Nuttige eigenschap van schimmels
Vervelende eigenschap van schimmels
Slide 29 - Question de remorquage
Wordt een bacterie of een schimmel gebruikt bij de bereiding van het voedingsmiddel?
Bacterie
Schimmel
Slide 30 - Question de remorquage
Ziekteverwekkers vermeerderen zich. Zet de juiste begrippen bij het juiste plaatje