1.2. Examenvragen cultuur van het moderne - kunst beeldend: Brancusi

Examenvragen KUA

1. Oefenen met examenvragen
Periode: Cultuur van het moderne (1900-1945)
Kunstdiscipline: kunst beeldend

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Examenvragen KUA

1. Oefenen met examenvragen
Periode: Cultuur van het moderne (1900-1945)
Kunstdiscipline: kunst beeldend

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Ik weet hoe een examenvraag eruit kan zien
Ik weet hoe ik een volledig antwoord geef op een examenvraag
Ik kan de juiste begrippen toepast op een examenvraag met een nieuw voorbeeld

Slide 2 - Diapositive

Cultuur van het moderne
Wat zijn belangrijkste accenten van cultuur van het moderne?

Verzamel deze (maak gebruik van syllabus, boek, aantekeningen, etc)
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Aspecten Beeldend - Vormgeving


Hoe?: 
  • licht
  • kleur
  • ruimte
  • vorm
  • compositie
Waarmee?: 
  • materiaal
  • techniek

Slide 4 - Diapositive

Examenvragen over Brancusi

Nu gaan we aan de slag met examenvragen over kunstwerken van Brancusi
Ga naar: https://oefenen.facet.onl/facet/pages/oefen/vo/?menu=1_2 

Dan: kunst algemeen - havo tv2 - vraag 11 t/m 18

Slide 5 - Diapositive

Vraag 17  (2022-tv 1)
Zie tekst bij vraag op oefenen facet

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Geef aan om welk criterium het hier gaat en waarom Vogel in de Ruimte niet voldeed aan dat criterium

Slide 8 - Question ouverte

ANTW vraag 17
maximumscore 1
Een kunstwerk moest een herkenbare, figuratieve weergave zijn van de
zichtbare werkelijkheid. Vogel in de ruimte voldeed niet aan dat criterium,
omdat het een vrijwel abstract beeld is. 

Slide 9 - Diapositive

Vraag 18 (2022-tv 1)
Zoals je in tekst 1 kunt lezen, concentreerde Brancusi zich op het 'innerlijke wezen' van zijn onderwerpen. Je zou kunnen zeggen dat hij de essentie probeerde te vangen, zoals in de beelden op afbeelding 2 en 3, waarin een zeehond en een vis te herkennen zijn.

Zie tekst bij vraag - oefenen facet

Slide 10 - Diapositive

Beschrijf van het kunstwerk op de afbeelding (zie volgende slide) hoe Brancusi de essentie van een zeehond heeft verbeeld. Doe dit aan de hand van:
- de vorm en - het gebruikte materiaal

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

ANTW vraag 18
maximumscore 4
zeehond:
• vorm (een van de volgende): 1
 Het afgeplatte stuk aan de bovenkant doet denken aan de snuit.
 De (L-)vorm wekt de suggestie dat het dier zich opricht (wat een
kenmerkende houding van een zeehond is).
 De vorm is gestroomlijnd, wat past bij de zeehond die zich door
water beweegt.
 De afgeronde/verbrede onderkant/basis verbeeldt de
zwaarte/logheid van een zeehond. 
materiaal (een van de volgende): 1
 Marmer is koud / glad, wat past bij een zeehond in water.
 De richting van de strepen in het marmer gaat mee met de vorm
van een zeehond.
 Marmer kan het oppervlak laten glanzen als een natte huid.
 De sokkel is van een soort ruwe zandsteen, wat doet denken aan
strandzand waarop de zeehond leeft. 

Slide 13 - Diapositive

Beschrijf van het kunstwerk op de afbeelding (zie volgende slide) hoe Brancusi de essentie van een vis heeft verbeeld. Doe dit aan de hand van:
- de vorm en - het gebruikte materiaal

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

vorm (een van de volgende): 1
 De ovale vorm is plat / gestroomlijnd, wat past bij een vis die zich
snel (door water) beweegt.
 De vorm van de sokkel lijkt gedraaid, wat de wendbaarheid van
een vis verbeeldt.
 De vorm van de glasplaat is horizontaal/dun, als een
wateroppervlak.
 De (samengestelde) vorm van sokkel en glasplaat laat de vis
‘zweven’ in het water. 
materiaal (een van de volgende): 1
 Marmer is koud / glad, wat past bij een vis in water.
 De richting van de lijnen in het marmer geeft de (beweeg)richting
aan van de vis en/of roept associaties op met stromend water.
 Glas is doorschijnend, wat doet denken aan water waarin de vis
leeft. 

Slide 16 - Diapositive

Vraag 19 (2022-tv 1)
- Geef voor het beeld op afbeelding 1 aan welk experiment Brancusi met de sokkel uitvoerde
- Geef voor het beeld op afbeelding 5 aan welk experiment Brancusi met betrekking tot de sokkel uitvoerde

Zie tekst - oefenen facet

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

ANTW vraag 19
maximumscore 2
• (afbeelding 3) Brancusi experimenteerde met de sokkel / onderzocht
de sokkel of die onderdeel kon worden van het kunstwerk zelf / kon
bijdragen aan het onderwerp / het thema / de inhoud (context) van het
beeld (de vorm van de sokkel verbeeldt het vloeiende van water in
relatie tot de vis) 1
• (afbeelding 5) Brancusi experimenteerde met het ontbreken van een
sokkel (kan een beeld zonder sokkel?) / met wat er gebeurt wanneer
de grens tussen beeld en sokkel vervaagt/verdwijnt (de sokkel wordt
zelf het kunstwerk, er hoeft geen beeld meer op) 1 

Slide 21 - Diapositive

Vraag 20 (2021-tv 1)
Brancusi's experimenten met de sokkel passen binnen de cultuur van het moderne.
Geef aan waarom Brancusi's experimenten met de sokkel passen binnen de cultuur van het moderne. 


Slide 22 - Diapositive

ANTW vraag 20
maximumscore 1
Brancusi’s experimenten met de sokkel passen binnen de cultuur van het
moderne, omdat hij hiermee (een van de volgende):
 lijkt te willen breken met traditionele regels van de kunst, en het
gebruik van sokkels is afkomstig uit de traditionele/conventionele
kunstregels.
 onderzoek deed naar de essentie (wezen) van de kunst, en
experimenteren met de functie/het belang van een sokkel past binnen
dat onderzoek. 

Slide 23 - Diapositive

Bespreken examenvragen
Wat is je eerste indruk van maken examenvragen?
Wat vind je lastig?
Wat vind je makkelijk?
Waarover heb je nog vragen?

Slide 24 - Diapositive

Wat is je eerste indruk van maken examenvragen?
Wat vind je lastig?
Wat vind je makkelijk?
Waarover heb je nog vragen?

Slide 25 - Question ouverte

Noem 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 26 - Question ouverte


Stel 1 vraag over iets dat je niet zo goed hebt begrepen.

Slide 27 - Question ouverte

Noem 1 ding op waar je meer over wilt weten

Slide 28 - Question ouverte