12.2 Het zit in de familie

Planning
5 min.      Herhaling 12.1
25 min.    Uitleg + samen opdrachten maken 12.2
10 min.     Werken aan opdrachten uit het werkboek 12.2
5 min.       Les afsluiting
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Planning
5 min.      Herhaling 12.1
25 min.    Uitleg + samen opdrachten maken 12.2
10 min.     Werken aan opdrachten uit het werkboek 12.2
5 min.       Les afsluiting

Slide 1 - Diapositive

Voorkennis 12.1
Het kunnen oprollen van je tong is een dominante eigenschap. Mensen die dit niet kunnen zijn dus homozygoot recessief.

1.  Welke genotype heeft iemand die homozygoot recessief is?
2. Een man die zijn tong wel kan oprollen krijgt een kind samen met een vrouw die dit niet kan. Beide ouders zijn homozygoot. Maak het bijbehorende kruisingsschema. 
3. Hoe groot is de kans dat het kind wel kan tongrollen? 
timer
4:00

Slide 2 - Diapositive

Antwoorden voorkennis 12.1
1. genotype homozygoot recessief: aa
2. man: AA, vrouw: aa




3. Kans op tongrollen: 100%



A
A
a
Aa
Aa
a
Aa
Aa

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe aandoeningen overerven.
Je kunt eigenschappen in een stamboom weergeven.
Je kunt uitleggen wat het belang is van stamboomonderzoek. 

Slide 4 - Diapositive

Een erfelijke aandoening krijgen

Wordt veroorzaakt door fouten in de genen. Meestal zijn er meerdere genen betrokken. 

Monogeen: als een aandoening veroorzaakt wordt door een fout op 1 gen.

Slide 5 - Diapositive

Recessieve overerving

Komt pas tot uiting als je van beide ouders een recessief gen erft. 
Persoon die heterozygoot is -> gezond, maar drager 

Vader, moeder, jongetje met oranje shirt en gele shirt zijn dragers. 

Slide 6 - Diapositive

Oefenen
PKU is een stofwisselingsziekte die recessief wordt overgeërfd. 
Beide ouders zijn heterozygoot. 

a. Wat zijn de genotypen van de ouders?
b. Zijn de ouders gezond of ziek? En zijn de ouders drager? ja/nee 
c. Maak een kruisingsschema en bereken de kans dat de ouders een kind krijgen met PKU. 

Slide 7 - Diapositive

Antwoorden
PKU is een stofwisselingsziekte die recessief wordt overgeërfd.
Beide ouders zijn heterozygoot.
a. Wat zijn de genotypen van de ouders? Aa en Aa
b. Zijn de ouders gezond of ziek? En zijn de ouders drager? ja/nee
beide ouders zijn gezond, maar drager (dus drager? ja) 
c. Maak een kruisingsschema en bereken de kans dat de ouders een kind krijgen met PKU. 
Kans op een kind met PKU = 25%

A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa

Slide 8 - Diapositive

Dominante overerving

Wordt veroorzaakt door een dominant allel. 

Komt tot uiting als je het dominante allel hebt (heterozygoot of homozygoot dominant)

Geen dragers!

Slide 9 - Diapositive

Oefenen
De ziekte van Huntington is een dominant-overervende ziekte waarbij bepaalde delen van de hersenen worden aangetast door uitval van hersencellen. Moeder is homozoygoot recessief en vader is dominant.

a. Wat zijn de genotypen van de ouders?
b. Zijn de ouders gezond of ziek? 
c. Maak een kruisingsschema en bereken de kans dat de ouders een kind krijgen met de ziekte van Huntington. 

Slide 10 - Diapositive

Antwoorden
De ziekte van Huntington is een dominant-overervende ziekte waarbij bepaalde delen van de hersenen worden aangetast door uitval van hersencellen. Moeder is homozygoot recessief en vader is heterozygoot.

a. Wat zijn de genotypen van de ouders? Vader: Aa, moeder: aa
b. Zijn de ouders gezond of ziek? Vader: ziek, moeder: gezond
c. Maak een kruisingsschema en bereken de kans dat de ouders een kind krijgen met de ziekte van Huntington.
Kans op een kind met Huntington: 50%
A
a
a
Aa
aa
a
Aa
aa

Slide 11 - Diapositive

x-chromosomale overerving
= geslachsgebonden recessieve overerving
Het gen voor de aandoening ligt op het x-chromosoom en is recessief. 



Slide 12 - Diapositive

Oefenen
Kleurenblindheid erft x-chromosomaal over en is recessief. 
Een vader met kleurenblindheid en een moeder die heterozygoot is, krijgen samen een kind. 

a. Wat is het genotype van beide ouders?
b. Maak een kruisingsschema en bereken de kans dat deze ouders een kleurenblinde zoon krijgen. 

Slide 13 - Diapositive

Antwoorden
Kleurenblindheid erft x-chromosomaal over en is recessief.
Een vader met kleurenblindheid en een moeder die heterozygoot is, krijgen samen een kind.

a. Wat is het genotype van beide ouders? Vader: Xa Y, moeder: XA Xa
b. Maak een kruisingsschema en bereken de kans dat deze ouders een kleurenblinde zoon krijgen. 
Kans op een kleurenblinde zoon: 25%

Xa
Y
XA
XAXa
XAY
Xa
XaXa
XaY

Slide 14 - Diapositive

Stambomen
D.m.v. een stamboom kun je er vaak achter komen of een eigenschap recessief of dominant is en dus berekenen hoe groot de kans is om een aandoening/eigenschap te erven

2 gezonde ouders met een ziek kind  -> aandoening is recessief en de ouders zijn drager (heterozygoot)

Slide 15 - Diapositive

Oefenen
In de afbeelding is een stamboom de overerving van albinisme bij een gezin weergegeven. De ouders uit dit gezin krijgen krijgen een vierde kind (?). Hoe groot is de kans dat dit kind albinisme heeft? Maak een kruisingsschema.

Slide 16 - Diapositive

Antwoord
In de afbeelding is een stamboom de overerving van albinisme bij een gezin weergegeven. De ouders uit dit gezin krijgen krijgen een vierde kind (?). Hoe groot is de kans dat dit kind albinisme heeft? Maak een kruisingsschema.
2 gezonde ouders met een ziek kind -> aandoening is recessief en de ouders zijn drager (heterozygoot)

Dus: vader: Aa, moeder: Aa

Kans op een kind met
albinisme: 25%
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa

Slide 17 - Diapositive

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 12.2
Maken:  1 t/m 21

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (H11 + 12.1 en 12.2)
timer
8:00

Slide 18 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe aandoeningen overerven.
Je kunt eigenschappen in een stamboom weergeven.
Je kunt uitleggen wat het belang is van stamboomonderzoek. 

Slide 19 - Diapositive

Stellingen
1. Zou jij willen weten of je kindje een erfelijke aandoening heeft of niet?
2. Zou jij het willen weten als je een verhoogde kans hebt op bijvoorbeeld erfelijke borst- of darmkanker?

Slide 20 - Diapositive

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 12.2
Maken:  1 t/m 21

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (H11 + 12.1 en 12.2)
timer
8:00

Slide 21 - Diapositive