Thema 1 - BS 1.7 Allemaal anders

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom

Basisstof 1.7 Allemaal anders

Is dit een dwarsdoorsnede?

1. ja
2. nee

Levend, dood of levenloos?

Levend

Dood

Levenloos

Hoe noem je dit levensverschijnsel?

1. plassende hond
2. uitscheiden
3. onderscheiden

Iets dat nooit geleefd heeft, noemen we

1. levenloos
2. dood
3. een organisme
4. levend

Alle organismen herken je aan de 7 levenskenmerken. 

Sleep het levenskenmerk naar het juiste plaatje.

Let op, want waarnemen staat er niet bij. 

Voortplanten

Reageren

Uitscheiden

Voeden

Ademen

Groeien

Tanden wisselen is een voorbeeld van een..

1. Lichamelijke ontwikkeling
2. Geestelijke ontwikkeling
3. Sociaal emotionele ontwikkeling

Sommige planten maken sappen zoals nectar en hars. Deze kunnen ze vervolgens afgeven aan de omgeving. Hoe heet dit levensverschijnsel?

1. voeden
2. voortplanten
3. uitscheiden
4. groeien

Is deze tekening schematisch of natuurgetrouw?

1. Natuurgetrouw
2. Schematisch

1. Buitenaanzicht
2. Lengtedoorsnede
3. Dwarsdoorsnede

Sleep de betekenissen naar de juiste plek van de tekening

klein plantje wat uit kan groeien

beschermend vliesje

voeding voor de kiem

plek waarmee het zaad vastzat aan de vrucht

kan water doorheen

Aan een plant ontstaan steeds meer blaadjes en bloemen. Hoe noemen we dit?

1. groei
2. ontwikkeling

Glucose

Koolstofdioxide

Water

Zuurstof

Energie uit licht

Kan dit organisme zijn eigen voedsel maken?

1. Ja
2. Nee

Een plant kan zijn eigen voedsel maken. In welke delen van de plant wordt dit voedsel zeker niet gemaakt?

1. Bladeren
2. Stengel
3. Wortels

Welke organismen kunnen zelf hun voedsel maken?

1. Alleen planten
2. Alleen dieren
3. Planten en dieren
4. Alle organismen

Als je een cracker met kaas eet, komt dat voedsel van planten

1. waar
2. niet waar

Zijn de voorbeelden groei of ontwikkeling zet ze in het juiste vak. 

Groei

Ontwik-

keling

Het gewicht van een mensen baby neemt toe.

De lichaamslengte van een kind neemt toe

De tanden en kiezen van een baby worden gevormd

Een jonge vogel is aan het oefenen om te gaan vliegen

Honden worden blind geboren. Bij pasgeboren pups gaan de oogjes open

Wat is fotosynthese?

1. Eten maken
2. Het maken van licht voor de plant
3. Het maken van voedsel voor de plant door licht
4. Het eten van een plant

Is er ook fotosynthese als het donker is?

1. ja
2. nee

Leerdoelen BS 1.2

Aan het eind van de les:

• Je kunt aanpassingen bij dieren noemen
• Je kunt aanpassingen bij planten noemen

Delen

Bespreek in tweetallen hoe de eend zich aanpast aan zijn omgeving.

Uitwisselen

Welke aanpassingen denken jullie dat een ijsbeer heeft?

Dikke vacht

schutkleur

ruwe kussentjes onder de poten

lange neus

Welke aanpassingen heeft een ijsbeer?

Aanpassingen van dieren

- Wat is een aanpassing?

- Een verandering waardoor je beter in je omgeving kunt leven.

- Vacht, poten, oren, neus, kleur, etc. 

Aanpassingen

Aanpassingen aan:

• hun manier van leven
• de omgeving 

• ademhaling, beweging, voeding, verdediging & voortplanting

Waterdieren

• Bewegen door het water
• vinnen, kieuwen
• gestroomlijd: kop, lijf & staart lopen in elkaar over

Aanpassingen waterdier Gestroomlijnd

Alle waterdieren zijn altijd gestroomlijnd.

Het lichaam vormt één geheel.

Daardoor kunnen zij sneller door het water.

Voeden

• De miereneter heeft een lange, dunne tong. 
• Mieren blijven goed plakken aan die tong. 
• De eekhoorn heeft vier scherpe tanden. 
• Daarmee kan hij noten en zaden stukbijten.

Verdediging bij dieren

Tegen vijanden:

• stekels of gifstekels
• schutkleur -> onzichtbaar
• schild/pantser                          tegen de omgeving:
• vacht

Hoe zit het bij planten?

• aanpassingen tegen uitdroging
• kleine dikke/ grote dunne bladeren
• veel / weinig wortels 

vochtig milieu

droog milieu

Aanpassingen planten aan een vochtige omgeving

Bladeren: Hoe groter de bladeren, hoe meer vocht een plant verliest.

Aanpassing plant bij hitte

- Diepe wortels

- Kleine bladeren

- Waslaagje

- Haren of stekels tegen de  zon

Welke aanpassingen dienen als verdediging bij planten?

Welke aanpassing heeft een bramenplant?

1. stekels
2. brandharen
3. gifstof
4. gifstekel

De stekels van de cactus is een aanpassing....

1. Aan de droogte
2. Als bescherming tegen vraat
3. Om spinnenwebben in te maken
4. Bij toeval zo ontstaan

een goede aanpassing aan het milieu is

1. een schutkleur
2. aangepaste eetgewoonten

Welke aanpassing hoort niet bij die dolfijnen?

1. Gestroomlijnd
2. Sterke staartvin
3. Sterke botten
4. Kieuwen

Planten kunnen zich niet aanpassen aan hun leefomgeving

1. Waar
2. Niet waar

Dit is een aanpassing aan

1. licht
2. water
3. temperatuur

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?

1. Grote, platte bladeren
2. Kleine, dikke bladeren
3. een klein wortelstelsel
4. een groot wortelstelsel

Opdrachten bij deze basisstof:

Lezen:

Blz. 46 t/m 52

 

Klaar?

Lees de samenvatting &

oefen de flitskaarten.

Maak: Test jezelf 1.7

Maak samenhang blz. 58 en 59

 

Maken:

opdracht: 

1 t/m 9

Klaar? nakijken!

 

Volgende les:

Gaan we verder met:

Basisstof 1.8

 Planten verzorgen

Huiswerk:

Basisstof 1.7:

Opdracht 1 t/m 9

Test jezelf 1.7 Allemaal anders

Heb je de leerdoelen behaald?
(Je kunt aanpassingen bij dieren en planten noemen)

😒🙁😐🙂😃