M1 les 26: persoonsvorm TT

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Les 21: persoonsvorm 

Slide 2 - Diapositive

Planning van vandaag:
Lezen in '2C'

Uitleg nieuwe blok 

Aan het werk!


Slide 3 - Diapositive

Lekker even lezen...

Slide 4 - Diapositive

Uitleg nieuw blok
Schrijfvaardigheid (formele e-mail) afgerond

Verder met werkwoordspelling! (vandaag: persoonsvorm TT)

Denk aan een leesboek --> uitleg boekopdracht volgt. 

Slide 5 - Diapositive

Persoonsvorm
Der persoonsvorm is altijd een werkwoord. 
Je vindt 'm door de zin in een vraagzin te zetten. 

Slide 6 - Diapositive

De persoonsvorm is altijd een persoon, dier of ding.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Noteer de persoonsvorm uit de zin: Nina en Sanne lopen op straat.

Slide 8 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm uit de zin: Vaak gamet Dylan met zijn vrienden.

Slide 9 - Question ouverte

Persoonsvorm schrijven
Je weet hoe je de persoonsvorm kunt vinden. Maar hoe schrijf je het op de juiste manier?
  • Ik-vorm = 'stam' 
  • jij = stam + t
  • hij/zij/het/u = stam + t
  • wij/jullie/zij = hele werkwoord 



Slide 10 - Diapositive

Persoonsvorm schrijven
Voorbeeld: 
  • Ik                          loop 
  • jij                          loopt
  • hij/zij/het/u     loopt
  • wij/jullie/zij      lopen



Slide 11 - Diapositive

Persoonsvorm schrijven
Voorbeeld: 
  • Ik                          word 
  • jij                          wordt
  • hij/zij/het/u     wordt
  • wij/jullie/zij      worden



Slide 12 - Diapositive

'Ik... (sporten) wekelijks.' Typ de juiste vorm van het woord 'sporten'.

Slide 13 - Question ouverte

'De meester... (doen) dat heel handig.' Typ de juiste vorm van het woord 'doen'.

Slide 14 - Question ouverte

'Owen ... (vermoeden) dat hij een goed cijfer gaat halen.' Typ de juiste vorm van het woord 'vermoeden'.

Slide 15 - Question ouverte

'Syl... (worden) dit weekend 13 jaar.' Typ de juiste vorm van het woord 'worden'.

Slide 16 - Question ouverte

Aan het werk!
Maken: les 26 opdr. 1 t/m 4 + opdr. 7

Klaar? Verder op NUMO met taken!
timer
8:00

Slide 17 - Diapositive