Sterke werkwoorden

Spelen in de verleden tijd

Wij

1 / 14

Slide 1: Diapositive

NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelen in de verleden tijd

Wij

Slide 1 - Diapositive

Zweven

Wij

Slide 2 - Diapositive

zweten

Wij

Slide 3 - Diapositive

Sterke werkwoorden

Nodig: Wisbord, hersenen

Werkvorm: Klassikaal

Doel: Je herkent het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden

Slide 4 - Diapositive

Instructie

Uitleg op het bord, wisbordje

1. De docent doet het voor

2. een leerling doet het na

3. Ik doe het zelf (wisbordje) en check mijn eigen instructie

Slide 5 - Diapositive

Sterke werkwoorden

Bij sterke werkwoorden verandert het werkwoord in de verleden tijd

Er is geen systeem hiervoor

Je moet de werkwoorden gewoon uit je hoofd leren

Slide 6 - Diapositive

Genieten

Wij

De juf doet het voor

Slide 7 - Diapositive

Knijpen

Wij

Leerling doet het voor

Slide 8 - Diapositive

Schuiven

Wij

Slide 9 - Diapositive

Kiezen

Wij

Slide 10 - Diapositive

Zweven

Wij

Slide 11 - Diapositive

Breken

Wij

Slide 12 - Diapositive

Wat is het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden?

Slide 13 - Diapositive

Sterk of zwak?

Blazen Openen

Blijven Ruiken

Consumeren Slikken

Melden vragen

Slide 14 - Diapositive

Sterke werkwoorden

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci

Tekstdoelen, tekstsoorten, doelgroep

De stam van het werkwoord

Gesloten en open vragen

Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Hoofdletters, punten en komma's.

Hoofdletters, punten en komma's.

Leesstrategie

Breuken optellen