Gesloten en open vragen

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Gesloten en open vragen

Hoe vind je de stam van een werkwoord?

geven

gesloten en open vragen

Nodig: Wisbord, hersenen 

Werkvorm: Klassikaal

Doel: Je herkent het verschil tussen en gesloten en open vraag

Instructie

Uitleg op het bord, wisbordje

1. De docent doet het voor

2. een leerling doet het na 

3. Ik doe het zelf (wisbordje) en check mijn eigen instructie

Vind je dat je goed hebt gespeeld?

Juf doet voor

Hoe heb je de wedstrijd ervaren?

Leerling doet voor

Wil je pasta of rijst eten voordat je gaat trainen?

Kun je niet meespelen, omdat je een blessure hebt?

De juf doet het voor

Wat wil je drinken: water of frisdrank?

Wat is de reden dat je stopt met basketbal?

Is de sfeer in het team goed?

Waar hangt dat vanaf?

Ben je moe van de training?

Wat is een gesloten vraag?

Wat is een open vraag?