Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Pak je laptop erbij en log in op Lesson-up
timer
3:00
Slide 1 - Diapositive
Pak je laptop erbij en log in op Lesson-up
timer
5:00
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Opfrissen kennis
H2 Getallen en bewerkingen
Slide 4 - Diapositive
som, verschil, product en quotiënt
Som is een ander woord voor optellen.
Verschil in een ander woord voor aftrekken.
Product is een ander woord voor vermenigvuldigen.
Quotiënt is een ander woord voor delen (Tip! Deelteken ":" op e)
Slide 5 - Diapositive
Product.
De getallen 3 en 8 uit het voorbeeld noemen we factoren.
Slide 6 - Diapositive
Som
De getallen 8 en 11 uit het voorbeeld noemen we termen.
Slide 7 - Diapositive
Bewerkingen
Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen zijn voorbeelden van bewerkingen.
Slide 8 - Diapositive
Hoe noemen we de getallen bij de bewerking van een som?
A
factoren
B
termen
Slide 9 - Quiz
Wat is het product van 8 en 4.
A
12
B
4
C
2
D
32
Slide 10 - Quiz
Wat is het verschil van 18 en 12.
A
30
B
6
C
1,5
D
216
Slide 11 - Quiz
Hoe noemen we de getallen bij een bewerking van een product?
A
factoren
B
termen
Slide 12 - Quiz
Wat is het quotiënt van 400 en 100
A
300
B
500
C
4
D
40000
Slide 13 - Quiz
Wat is de som van 19 en 0?
A
19
B
0
C
1
D
20
Slide 14 - Quiz
Esra spaart voor een fiets van 720 euro. Haar oma betaalt 1/3 deel en haar vader 1/5 deel. Ze heeft al 1/4 deel op haar spaarrekening. Ze spaart 12 euro per maand. Hoeveel maanden moet Esra nog sparen?
A
10 maanden
B
12 maanden
C
13 maanden
D
20 maanden
Slide 15 - Quiz
Rekenvolgorde
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Reken eerst uit en ga dan verder...
4 + 5 x 8 =
5 x 8 - 10 : 2 =
10 + 3 x 4 - 5 =
10 - 5 + 7 =
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Los op! volgorde van bewerkingen! 20: 4 x (8-4) = Schrijf de berekening op
Slide 20 - Question ouverte
Sleep de getallen naar de goede plek in de getallenlijn
0
8
-6
-9
4
-3
Slide 21 - Question de remorquage
Vul het juiste teken op de puntjes in: 6 .... -8
A
<
B
>
Slide 22 - Quiz
Vul het juiste teken op de puntjes in: -7 .... - 5