Introductie nask klas 2 h/v

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom bij nask

Basisregels

1. Spullen -> Boek, schrift, pen, rekenmachine en liniaal, laptop
   
2. Uitleg -> stilte
3. Vraag -> vinger omhoog
4. Respect voor elkaar en elkaars spullen
5. Telefoon uit en in je tas
   
6. Durf vragen te stellen en doe actief mee ;) 

Lesdoel

Je kent het verschil tussen natuurkunde en scheikunde.

Je kunt uitleggen hoe je onderzoek kunt doen.

Je kunt beschrijven wat een grootheid en een eenheid is.

Je kent een aantal practicum materialen en weet hoe je veilig een practicum kan doen.

Wat vind jij interessant?

Waar denk jij dat
NaSk over gaat?

NaSk

Wat is NaSk?

Stoffen

Hoe leer je NaSk

1. Informatie in je opnemen
2. Experimenteren
3. Leren rekenen met formules
4. Nieuwsgierig zijn!

Onderzoek doen

Je doet onderzoek om:

• om de theorie beter te begrijpen;
• om te leren werken met een meetinstrument of apparaat;
• of om een nieuw verschijnsel te onderzoeken.

Stappen van een onderzoek

- Onderzoeksvraag

- Hypothese (wat denk je dat de uitkomst is?)

- Werkwijze (experiment)

- Waarnemingen

- Resultaten (in een tabel of grafiek)

- Conclusie (antwoord op je onderzoeksvraag)

Zintuigen

Een onderzoek doen

- Pak je boek erbij, ga naar blz 25.

- Voer het onderzoek uit.

- Vul je conclusie in

- Was je hypothese juist?

Wat zijn grootheden en eenheden?

Een grootheid is een eigenschap die je kunt meten.

Een eenheid is de maat waarmee je een grootheid meet.

Welk meetinstrument gebruik je?

Grootheid:                                          Meetinstrument:

Lengte

Tijd

Temperatuur

Massa

Volume

Grootheden en eenheden

Indicator

een stof waarmee andere stoffen kunnen worden aangetoond

Jodium als indicator voor zetmeel

Rodekoolsap als indicator voor zuur

practicummateriaal

kroezentang

driepoot

gaasje

reageerbuisklem

spatel

reageerbuisborstel

spuitfles

Veiligheidsregels

Belangrijkste veiligheidsregels:

• luister goed naar de docent en de TOA
  
• lange haren moeten altijd in een staart of  knotje
• doe alleen dat wat er gevraagd wordt, ga niet zelf iets bedenken
• werk rustig en voorzichtig
• als er iets verkeerds gebeurt: waarschuw meteen de docent of de TOA

Wat vind je in een practicumlokaal?

Practicum = Proefjes doen

Veilig werken met:

• Brandblussers
  
• Douches
  
• Noodknoppen
  
• Laboratoriumjas
  
• Veiligheidsbril
  

Aan de slag

Lees 1.1, 1.2 en 1.3 door

maak van 1.1 opdr. 1, 2, 5 en 7

maak van 1.2 opdr 1, 2, 5 en 8

maak van 1.3 opdr 1, 2, 4 en 5