leesvaardig blok 3 en 4 kriskras opdrachten

Welkom!
 
Pak alvast je pen,  boek en schrift zodat we snel kunnen beginnen.


TOETSWEEK TEXTAID? Geef het even door.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
 
Pak alvast je pen,  boek en schrift zodat we snel kunnen beginnen.


TOETSWEEK TEXTAID? Geef het even door.

Slide 1 - Diapositive

Opdracht 1
Blz. 139, tekst 5.
a) Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?
b) Wat is de kernzin van alinea 4?
c) Waar verwijzen de volgende woorden naar?
-ze (reg. 26)
-dat (reg 29)
-die (reg 31)

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 2
Blz. 146, tekst 9

a) Welke tekstverbanden kom je tegen? (uitspraak.....................)

b) Aan welke signaalwoorden kun je dat zien?

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 3
Blz. 187, tekst 4

a) Welke manier van inleiden wordt gebruikt?
b) Op welke wijze wordt de tekst afgesloten?
c) Wat is de kernzin van alinea 2?
d) Wat het het schrijfdoel van deze tekst?

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 4


a) Welke manieren om alinea's aan elkaar te verbinden ken je?

b) Welke tekstverbanden ken je? Uitspraak...........

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 5
Blz. 189, tekst 5
 a) Welke manier van inleiden wordt er gebruikt?
b) Wat is het schrijfdoel van deze tekst?
c) Welke verbindingsmanier wordt gebruikt tussen alinea 1 en 2
d) Welke verbindingsmanier wordt gebruikt tussen alinea 3 en 4

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 6
Blz. 192, tekst 7
a) Welke manier van inleiden wordt hier gebruikt?
b) Hoe zijn de alinea's met elkaar verbonden? (vwo)
    - alinea 2 en 3
    - alinea 3 en 4
    - alinea 4 en 5
c) Licht je antwoord toe.

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 7
Blz. 194, tekst 8
a) Laatste zin van alinea 2: welk verband zie je?
b) Waar zie je dat aan?
vwo:
a) Op welke manier wordt alinea 1 aan alinea 2 verbonden?
b) Op welke manier zijn alinea 2 en 3 aan elkaar verbonden?
c) Leg beide antwoorden uit.

Slide 8 - Diapositive

Wat zijn de vier manieren om een tekst in te leiden?

Slide 9 - Question ouverte

Op welke manieren kan een schrijver de tekst afsluiten?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is een kernzin?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het onderwerp van een tekst?

Slide 12 - Question ouverte

Wat wordt bedoeld met de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 13 - Question ouverte

Welke schrijfdoelen ken je?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen hoofdzaken en bijzaken in een tekst?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Lien