Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
2vm
Lezen hoofdstuk 5 opdracht 3
Slide 1 - Diapositive
Lezen hoofdstuk 5
Pak je boek erbij op bladzijde 234 of lees tekst 6 in de slides hieronder.
Beantwoord de vragen in de volgende slides.
Heb je een vraag fout? Maak hem dan opnieuw om te kijken of het nu wel goed is.
Ben je klaar? Laat dat in de meet aan mij weten
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
2. Welke manieren gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?
A
het onderwerp aankondigen
B
de schrijver vertelt een kort verhaaltje
C
de schrijver stelt één of meer vragen
D
de aanleiding van het schrijven noemen
Slide 6 - Quiz
3.a Welke verbindingsmanier gebruikt de schrijver tussen de inleiding en de tweede alinea? (blz. 232 in boek)
A
Herhaling
B
Door het gebruik van een signaalwoord
C
Door overgangszinnen met een verwijzing
D
Door aankondigende zinnen
Slide 7 - Quiz
3.b Door welk woord/welke woorden zie je dat hij deze verbindingsmanier gebruikt?
Slide 8 - Question ouverte
4.a Wat is het deelonderwerp van alinea 2?
Slide 9 - Question ouverte
4. b. Past het kopje 'lopen over water' goed boven alinea 2? Leg je antwoord uit.
Slide 10 - Question ouverte
5. Schrijf de kernzin van alinea 2 op.
Slide 11 - Question ouverte
6. Welke verbindingsmanier gebruikt de schrijver tussen de tweede en derde alinea? (blz. 232 in boek)
A
Herhaling
B
Door gebruik van een signaalwoord
C
Door overgangszinnen met een verwijzing
D
Door aankondigende zinnen
Slide 12 - Quiz
6. B Door welk woord/welke woorden zie je dat hij deze verbindingsmanier gebruikt?
Slide 13 - Question ouverte
7. Schrijf de kernzin van alinea 3 op.
Slide 14 - Question ouverte
8. 'Vervolgens hebben de ingenieurs deze techniek toegepast op hun robot.' Deze zin is onderdeel van een opsomming. Bij welke zin uit alinea 2 is deze zin een opsomming? Leg uit