Havo 3 HH H5 financiële administratie

Goedemorgen
Wat kan ik alvast gaan doen: Ga naar de website Lessonup.app en voeg de code linksonder in!



Opnemen!


1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen
Wat kan ik alvast gaan doen: Ga naar de website Lessonup.app en voeg de code linksonder in!



Opnemen!


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verwacht ik van jullie
  • Camera aan
  • Vragen? breek gewoon in tijdens de uitleg!
  • Pak en pen en papier erbij
  • Hoeveel van de 3 per paragraaf had je goed?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud
  • Herhalen van hoofdstuk 5
  • 5.1, 5.2 en 5.3
  • Bepalen wat nog lastig is om vrijdag mee aan de slag te gaan

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 5.1
  • Je kunt uitleggen wat een debiteur is, deze herkennen in een voorbeeld en kan er een mutatiebalans van maken.
  • Je kunt uitleggen wat een crediteur is, deze herkennen in een voorbeeld en kan er een mutatiebalans van maken.
  • Je kunt beschrijven wat een afschrijving is en kan deze ook berekenen aan de hand van een voorbeeld.
  • Je kunt balansmutaties maken aan de hand van een gegeven voorbeeld

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jan heeft een bedrijf dat autobanden verkoopt. Hij heeft aan een klant autobanden verkocht voor de prijs van €100. De klant heeft met Jan afgesproken dat hij later komt betalen.

Welke posten op de balans nemen er toe?

Slide 5 - Question ouverte

wat veranderd er rechts?
Welke balansmutaties vinden er plaats op 7 Juli?

Op 1 Juli heeft een bedrijf een laptop verkocht aan Piet voor €2.000 euro op rekening. Piet maakt op 7 Juli de €2.000 euro over via de bank
A
Kas +€2.000 Debiteuren -€2.000
B
Bank +€2.000 Debiteuren -€2.000
C
Bank -€2.000 Debiteuren +€2.000
D
Kas +€2.000 Crediteuren -€2.000

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mo heeft een bakkerij en koopt een nieuwe oven voor €2.000.
Deze oven zal 10 jaar gebruikt worden en heeft een restwaarde van €200.


Hoeveel moet het bedrijf ieder jaar aan afschrijvingskosten betalen om over 10 jaar een nieuwe oven te kunnen kopen?
A
€200
B
€220
C
€180
D
€160

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

€2.000 - €200 = €1.800

€1.800 / 10 = €180

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 5.2 
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een resultatenrekening is. 
  • Je kunt aan de hand van enkele financiële feiten een resultatenrekening opstellen. 
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen de balans en de resultatenrekening.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar komt de winst te staan op de resultatenrekening? Geef ook aan waarom!

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is de balans of de resultatenrekening een momentopname?
A
Balans
B
Resultatenrekening

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met de winst of verlies op de resultatenrekening?
A
Er gebeurt niks mee
B
De winst of verlies gaat naar het eigen vermogen
C
De winst of verlies gaat naar de bank

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 5.3
  • Je kunt de btw berekenen bij een bedrag exclusief btw 
  • Je kunt de btw berekenen bij een bedrag inclusief btw 
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat af te dragen en wat te vorderen btw is
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat er met het verschil tussen af te dragen btw en te vorderen btw gebeurt

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jan verkoopt een laptop voor €300 excl. btw. Hij wil weten wat de prijs voor de laptop is incl. btw (21%).
Wat is de prijs van de laptop incl. btw?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Jan verkoopt een laptop voor €300 excl. btw. Hij wil weten wat de prijs voor de laptop is incl. btw (21%).
Wat is de prijs van de laptop incl. btw?

€300 X 1,21 = €363

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mo heeft een telefoon gekocht voor €605 euro incl. btw. Hij wilt weten wat de telefoon zou kosten excl. btw (21%)

Wat is de prijs van de telefoon excl. btw?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mo heeft een telefoon gekocht voor €605 euro incl. btw. Hij wilt weten wat de telefoon zou kosten excl. btw (21%)
Wat is de prijs van de telefoon excl. btw?

€605 / 1,21 = €500

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Billal koopt voor zijn bedrijf goederen in voor €1.210.


wat mag hij met het bedrag aan btw doen?
A
Terug vorderen van de belastingdienst
B
Afdragen aan de belastingdienst

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de antwoorden
  • Bekijk voor jezelf aan welke paragraaf je nog moet werken

  • Vrijdag gaan we aan de slag in 3 aparte meetings
    5.1: Balans en Balansmutaties
    5.2: De Resultatenrekening
    5.3: Btw

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan welke paragraaf wil je nog gaan werken
A
5.1 Balans en balansmutaties
B
5.2 Resultatenrekening
C
5.3 Btw

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderdeel van de gekozen paragraaf vindt je nog lastig?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
De opgaves die we vrijdag klassikaal gaan maken.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions