3KB theme 3 - The future

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3

Welcome!

Get your iPads out - log in to LessonUp

- study vocabulary  theme words theme 4 VMBO Kader here

Today

Aan het einde van de les heb je de woorden van theme 4 herhaald

Aan het einde van de les weet je het verschil tussen drie verschillende vormen van de future

- inleveren huiswerk (email)

- herhaling grammatica

- future

- time to work

Grammar last week, what was it about?

The future!

3 manieren om over de toekomst te praten

Maak een overzicht met deze drie manieren in je schrift

kader: 2 manieren!

Do you see those clouds? It _______________________ (rain) a lot today!

1. rains
2. is raining
3. is going to rain
4. will rain

Uitleg

is going to rain

want je maakt een voorspelling met bewijs, je ziet de wolken (clouds)

I found out that P!NK is coming to The Netherlands next year. I ________________________ (see) her!

1. see
2. am seeing
3. am going to see
4. will see

Uitleg

am going to see

want het gaat over een plan dat je voor de toekomst hebt. 

Oof! That bag looks really heavy. I ________________ (help) you with that!

1. help
2. am helping
3. am going to help
4. will help

Uitleg

will help

want je biedt aan om te helpen.

When I grow up, I ___________________ (live) in a huge house.

1. live
2. am living
3. am going to live
4. will live

Uitleg

will live

want je maakt een voorspelling voor de toekomst, maar je hebt er geen bewijs voor, je denkt/hoopt het.

We have to go soon. The bus __________________ (leave) at 14.15.

1. leaves
2. is leaving
3. is going to leave
4. will leave

Uitleg

leaves 

want het gaat hier om een vaste vertrektijd (in dit geval van een bus).

Are you looking for my dad? He’s not here. He always _________(walk) the dog around this time.

1. walks
2. is walking
3. is going to walk
4. will walk

Uitleg

walks

want het gaat hier om een gewoonte, iets wat iemand altijd (always) doet.

Oefenen:

Nu gaan we de tijden door elkaar oefenen, pak elke keer je schema erbij

I ______ (work) soon, can you come back later?

1. work
2. will work
3. am going to work

Uitleg

am going to work

je bent van plan om zo aan het werk te gaan

She _______ (be) late.

1. is always
2. will always be
3. is always going to be

Uitleg

is always

want het gaat om een gewoonte, dat herken je aan het woord always.

To be = I am - you are - she is

I can hear the phone ringing in the other room. I _____ (get) it!

1. get
2. will get
3. am going to get

Uitleg

will get

want je hoort de telefoon in de andere kamer, en je besluit spontaan om op te nemen.

 bij besluiten gebruik je will + werkwoord

We ______ (meet) Jackie and Robin at the swimmingpool at 3pm.

1. meet
2. will meet
3. are going to meet

Uitleg

are going to meet

want het gaat om een afspraak, en je weet de plaats (swimming pool) en/of de tijd (at 3pm).

It's a fact that a newborn panda _____ (weigh) as much as a cup of tea.

1. weighs
2. is weighing
3. is going to weigh
4. will weigh

Uitleg

weighs

want het gaat hier om een feit (fact) en dan gebruik je het gewone werkwoord. 

Er komt hier een s achter, want dat moet na een he/she/it. 

Een panda is een it.

He always ______ (take) the bus to school.

1. takes
2. is taking
3. is going to take
4. will take

Uitleg

takes

want het gaat om een gewoonte, iets wat altijd zo is (always).

Je zet een s achter het werkwoord omdat het om een he gaat

Hoe goed begrijp je nu de vier vormen van de future?

😒🙁😐🙂😃

Time to work!

doe de volgende twee oefeningen online

link 1, link 2

leer daarna hoofdstuk 4 theme words

dashboard.blooket.com

Conclusion

Aan het einde van de les heb je de woorden van theme 4 herhaald

Aan het einde van de les weet je het verschil tussen drie verschillende vormen van de future

Huiswerk

doe de oefenlinkjes