Persoonsvorm en onderwerp - les 6

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Persoonsvorm en onderwerp

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog over de persoonsvorm?

Slide 3 - Carte mentale

0

Slide 4 - Vidéo

Wat is de persoonsvorm?
Meisjes besteden meer geld aan kleding dan jongen.
A
Meisjes
B
besteden
C
meer geld
D
dan jongens

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
De meeste jongens vinden kleding niet zo belangrijk.
A
De meeste jongens
B
vinden
C
kleding
D
niet zo belangrijk

Slide 6 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
Ik koop wel graag kleren.
A
Ik
B
koop
C
graag
D
kleren

Slide 7 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
Maar gisteren heb ik mijn portemonnee verloren.
A
Maar
B
gisteren
C
heb
D
verloren

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

  • Vraagzin maken

Slide 11 - Diapositive

Tijd veranderen
Vraagzin maken

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Tekst

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm in de zin?

"Jari heeft een baantje gezwommen."
A
Jari
B
heeft
C
heeft gezwommen
D
gezwommen

Slide 16 - Quiz

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
Morgen
willen
mijn ouders
naar het strand

Slide 17 - Question de remorquage

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
De appels
hangen
aan de boom
 al

Slide 18 - Question de remorquage

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
persoonsvorm
(PV)
onderwerp
(O)
Gisteren
dronken
Stan en ik
 cola

Slide 19 - Question de remorquage

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
Mijn voetbal
is
gevallen
 in de sloot

Slide 20 - Question de remorquage

persoonsvorm en onderwerp?
De achtertuin is erg diep.

Slide 21 - Question ouverte

persoonsvorm en onderwerp?
Hij heeft hele grote voeten.

Slide 22 - Question ouverte

Doelen van de les
  • Je weet wat de persoonsvorm en het onderwerp zijn.
  • Je kunt de persoonsvorm en het onderwerp in een zin vinden.
  • Je kunt een passende persoonsvorm invullen in een zin.

Slide 23 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 24 - Carte mentale