2AA 15/03/2022

Lees even fijn in je boek !
timer
15:00
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lees even fijn in je boek !
timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
We gaan de regels van het meervoud van zelfstandige naamwoorden herhalen en hiermee oefenen.
Het doel: je kunt het meervoud van een zelfstandig naamwoord vormen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Welke woorden zijn goed gespeld?
A
filosofen - beursen
B
koloniën - golven
C
behoefte's - kersen
D
behoeften - kerzen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

's ook bij afkortingen
tv's, pc's

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Welke woorden zijn goed gespeld?
A
guppy's - dommerikken
B
ski's - kievitten
C
lenzen - discjockeys
D
slimmeriken - fiche's

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Welke woorden zijn goed gespeld?
A
musea - hersen
B
museums - rommels
C
vitamines - medicussen
D
vitaminen - medici

Slide 15 - Quiz

Meervouds-n bij verwijzingen

Met of zonder –n?
Beide(n), enkele(n), sommige(n), alle(n), vele(n), andere(n)

2 categorieën:
1. Verwijzingen naar personen (2 uitzonderingen)
2. Verwijzingen naar dieren en dingen

Slide 16 - Diapositive

Meervouds-n bij verwijzingen naar personen

Heeft het woord betrekking op personen?
Dan verwijs je met –n.

Velen deden mee aan het sporttoernooi.
Anderen hadden geen zin om mee te doen.
Enkelen hadden zich ziekgemeld.
Sommigen kwamen gewoon niet opdagen.

Slide 17 - Diapositive

Meervouds-n bij verwijzingen naar personen

Uitzondering 1
Waarom alleen een –e als het toch over personen gaat?

Staat het znw achter de verwijzing? Dan verwijs je zonder –n.

Vele leerlingen deden mee aan het sporttoernooi. Andere leerlingen hadden geen zin om mee te doen.

Slide 18 - Diapositive

Meervouds-n bij verwijzingen naar personen
Uitzondering 2
Waarom alleen een –e als het toch over personen gaat?

Kun je het znw denkbeeldig invullen omdat het eerder in de zin of in de zin ervoor is gebruikt? Dan verwijs je zonder –n.

Enkele leerlingen hadden zich ziekgemeld. Sommige kwamen gewoon niet opdagen.

Slide 19 - Diapositive

Meervouds-n bij verwijzingen naar dieren/dingen

Heeft het woord betrekking op dieren en dingen?
Dan verwijs je zonder –n

De cadeautjes zijn alle uitgedeeld.
De stoel en de kruk zijn beide nat.
Sommige van de bomen zijn al groot.
Deze winkels gaan alle verhuizen.

Slide 20 - Diapositive

Meervouds-n bij verwijzing
A. Sommige van de bomen zijn al groot.
B. Sommigen van de bomen zijn al groot.

Welke zin is juist? Waarom?

Slide 21 - Diapositive

Meervouds-n bij verwijzing
A. Sommige van de bomen zijn al groot.
B. Sommigen van de bomen zijn al groot.

Welke zin is juist? Waarom? Er wordt verwezen naar een ding.

Slide 22 - Diapositive

Meervouds-n bij verwijzing
A. In de pauze dronken sommigen een kopje thee.
B. In de pauze dronken sommige een kopje thee.

Welke zin is juist? Waarom?

Slide 23 - Diapositive

Meervouds-n bij verwijzing
A. In de pauze dronken sommigen een kopje thee.
B. In de pauze dronken sommige een kopje thee.

Welke zin is juist? Waarom? Er wordt verwezen naar personen.

Slide 24 - Diapositive

Staat er een znw achter?
Nee
Heeft het woord
betrekking op personen?
Nee
Schrijf geen -n
Ja
Schrijf geen -n
Ja
Schrijf wel -n

Slide 25 - Diapositive

Enige/Enigen weken geleden hebben vandalen alle/allen ruiten van de dierenwinkel ingegooid.
A
enige
B
enigen
C
alle
D
allen

Slide 26 - Quiz

De meeste/meesten van ons waren goed voorbereid op het survivalweekend.
A
meeste
B
meesten

Slide 27 - Quiz

In het weekend maken vele/velen een uitstapje; sommige/sommigen echter blijven liever thuis.
A
vele
B
velen
C
sommige
D
sommigen

Slide 28 - Quiz

Mijn ouders waren de enige/enigen die niet op de ouderavond konden komen.
A
enige
B
enigen

Slide 29 - Quiz

Stanley nodigde beide/beiden meisjes uit op het tuinfeest van zijn broer.
A
beide
B
beiden

Slide 30 - Quiz

Slechts weinige/weinigen kunnen zich zo’n dure auto veroorloven als een Porsche.
A
weinige
B
weinigen

Slide 31 - Quiz

Sommige/sommigen wetenschappers menen dat klonen geen kwaad kan, andere/anderen hebben daar zo hun twijfels over.
A
sommige
B
sommigen
C
andere
D
anderen

Slide 32 - Quiz

De jongens hebben beide/beiden enkele/enkelen euro’s gevonden op straat.
A
beide
B
beiden
C
enkele
D
enkelen

Slide 33 - Quiz

Van de vele/velen voorbijgangers weigerden de meeste/meesten om de flyer aan te nemen.
A
vele
B
velen
C
meeste
D
meesten

Slide 34 - Quiz

Enkele/enkelen toeristen kochten klompen, andere/anderen gaven de voorkeur aan houten tulpen.
A
enkele
B
enkelen
C
andere
D
anderen

Slide 35 - Quiz

Terwijl de eerste/eersten al over de finishlijn schaatsten, moesten de laatste/laatsten nog starten
A
eerste
B
eersten
C
laatste
D
laatsten

Slide 36 - Quiz

Omdat sommige/sommigen reizigers hun tas op een stoel hadden gezet, konden andere/anderen niet zitten
A
sommige
B
sommigen
C
andere
D
anderen

Slide 37 - Quiz

Zeeschildpadden en neushoorns zijn ernstig bedreigd, maar de laatste/laatsten worden steeds beter beschermd.
A
laatste
B
laatsten

Slide 38 - Quiz

Er waren honderd deelnemers. Alle/allen finishten binnen de tijd.

(regel: blz. 141 in Op Niveau, onderaan!)
A
alle
B
allen

Slide 39 - Quiz

Van alle stiften in de bal zijn er verscheidene/verscheidenen uitgedroogd.
A
verscheidene
B
verscheidenen

Slide 40 - Quiz

De springbok hoort bij de snelste/snelsten op het land.
A
snelste
B
snelsten

Slide 41 - Quiz

Hoewel de meeste/meesten er geen zin in hadden, gingen uiteindelijk alle leerlingen aan de slag.
A
meeste
B
meesten

Slide 42 - Quiz

Nederlanders zijn gemiddeld de langste/langsten ter wereld.
A
langste
B
langsten

Slide 43 - Quiz