1.4 Hoofdzinnen en bijzinnen - Bijzin vooraan in de zin

1.4 Bijzin vooraan in de zin
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

1.4 Bijzin vooraan in de zin

Slide 1 - Diapositive

Hoofdzin of bijzin??
Hoofdzin: persoonsvorm en onderwerp naast elkaar.
Bijzin: persoonsvorm en onderwerp NIET naast elkaar.

Ik ga naar school, omdat ik het examen wil halen. 
Jij loopt te langzaam, waardoor we te laat komen

Slide 2 - Diapositive

Bijzin
Hoort bij een hoofdzin.
Alle werkwoorden staan achter in de zin. 
Volgorde van de werkwoorden kun je variëren. 

voegwoord - onderwerp - rest - werkwoorden - hoofzin

Slide 3 - Diapositive

Volgorde 
Bijzin:
(voeg)woord - onderwerp - rest - ww

Hoofdzin:
PV - onderwerp - rest - ww

Als je het huiswerk heb gemaakt, kun je het zelf nakijken. 

Slide 4 - Diapositive

Oefening 18
Maak van twee zinnen één zin!  
1. Begin met de hoofdzin.
2. Begin met de bijzin.

Mijn vriendin is ziek. Ik moet mijn vriendin bellen.
1. Ik moet mijn vriendin bellen, omdat zij ziek is. 
o - pv - rest - ww | voegwoord - o - rest - ww

2. Omdat mijn vriendin ziek is, moet ik haar bellen. 
voegwoord - o - rest - ww | pv - o - rest - ww

Slide 5 - Diapositive

Mijn zoon mag tv kijken. Zijn huiswerk is klaar. (begin met hoofdzin)

Slide 6 - Question ouverte

Het regent de hele zondag. Ik verveel me. (begin met bijzin)

Slide 7 - Question ouverte

Oefening 18
Maak de zinnen af. 
Denk aan de volgorde van de bijzin én hoofdzin! 

voegwoord - o - rest - ww | pv - o - rest - ww


Slide 8 - Diapositive

Als ......, ben ik teleurgesteld.

Slide 9 - Question ouverte

Nadat ...., was ze doodmoe.

Slide 10 - Question ouverte

Toen ik dat nieuws hoorde, ....

Slide 11 - Question ouverte

Dat ging.....
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Sondage