Engels Unit 2.3 en 2.4 samenvatting

2.3 en 2.4 samenvatting
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.3 en 2.4 samenvatting

Slide 1 - Diapositive

- Na de les kun je vraagzinnen en ontkennende zinnen maken met de Past Simple

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Koppel het bezittelijke voornaamwoord aan de juiste persoon.
I
You
We
She
They
He
My
Our
Her
His
Their
Your

Slide 4 - Question de remorquage

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:
"___ house is bigger than ___...'
A
ours - yours
B
our - your
C
our - yours
D
ours - your

Slide 5 - Quiz

Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord:

Is this cup ...
A
your
B
yours

Slide 6 - Quiz

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:

We live in ___ appartment.
A
my
B
her
C
our
D
their

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

PAST SIMPLE:
Which sentence uses the past simple correct?
(vraag/past simple)

A
Did you bake eggs for breakfast yesterday?
B
Did you baked eggs for breakfast yesterday?
C
Have you baked eggs for breakfast yesterday?

Slide 12 - Quiz

Hoe vorm je een vraag in de past simple?
did
onderwerp
heel werkwoord
?

Slide 13 - Question de remorquage

... you ... that movie on tv Friday?
(vraag/past simple)
A
Did ... saw
B
Did ... see

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste Past Simple in deze vraag?
... (listen) the man ... to Jack?

Slide 15 - Question ouverte

Maak hier een vraag van (past simple): He missed the bus.

Slide 16 - Question ouverte

Maak hier een vraag van (past simple): You washed the dishes

Slide 17 - Question ouverte

Wat is de juiste Past Simple in deze vraag?
... they (enjoy)... their holiday?

Slide 18 - Question ouverte

Maak een vraag in de past simple van deze zin:

I played a song.

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Hoe vorm je een ontkenning in de past simple?
onderwerp
didn't
heel werkwoord

Slide 22 - Question de remorquage

Past simple: je maakt de past simple ontkennend met:
A
do not + hele werkwoord
B
did not + hele werkwoord

Slide 23 - Quiz

Maak de zin ontkennend(Past Simple):
Rofaida ate all my cookies last night.

Slide 24 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend(Past Simple)
Fatma (not - to feed) her cat yesterday.

Slide 25 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend (past simple)
I walked to school.

Slide 26 - Question ouverte

timer
15:00
Maken 
Maak Selftest of Flashback op papier  maken op papier

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive