13.2 de nieren

 13.2 de nieren (les 1)
In deze lessenserie ga je aan de hand van deze lessonup zelf bezig met 13.2. Houdt de theorie en je BiNaS erbij. 
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

 13.2 de nieren (les 1)
In deze lessenserie ga je aan de hand van deze lessonup zelf bezig met 13.2. Houdt de theorie en je BiNaS erbij. 

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen les 1
Je kunt de bouw, werking en functie beschrijven van de nieren.
Je kunt de relatie tussen de bouw en de functie van de nieren herkennen.
Je kunt de rol van de nieren bij uitscheiding benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Onderdelen oefenen
Bestudeer uit je boek figuur 4 uit paragraaf 13.2.
Klaar? Ga dan naar de volgende slide

Slide 4 - Diapositive

(1) ga naar de link hieronder, (2) maak de opdracht, (3) maak een foto van je score en lever die hier in. https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Nieren/bouwnefron.htm

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Vidéo

Noem de twee belangrijkste functies van de nier.

Slide 7 - Question ouverte

Herhaling: osmose
Osmose = Diffusie van water door een semi-permeabel membraan naar de kant met de hoogste osmotische waarde

Osmotische waarde = aantal opgeloste deeltjes per volume-eenheid

Slide 8 - Diapositive

Wat zal er gebeuren in het plaatje hiernaast?
A
Deeltjes gaan naar rechts
B
Deeltjes gaan naar links
C
Water gaat naar rechts
D
Water gaat naar links

Slide 9 - Quiz

Osmose nog lastig? 
Bekijk:  https://biologiepagina.nl/Havo4/N7Onderzoek/introdiffusie.htm
of bekijk:  https://biologiepagina.nl/Videobiologie/Uitleg1osmose.htm

Denk je osmose te snappen, ga dan door naar de volgende slide. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Bestudeer figuur 6 uit 13.2 goed. Klaar? Ga dan door naar de volgende slide. 

Slide 12 - Diapositive

(1) ga naar de link hieronder, (2) maak de opdracht, (3) maak een foto van je score en lever die hier in. https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Nieren/nierenoefenen.htm

Slide 13 - Question ouverte

niereenheden
1. handhaven osmotische waarde bloed (door water/ zouten meer of minder uit te scheiden)
2. filteren bloed (afvalstoffen eruit filteren)

1 miljoen niereenheden per nier
deels in schors, deels in merg

Slide 14 - Diapositive

In welke BiNaS tabel is informatie te vinden over de nieren?

Slide 15 - Question ouverte

Welke delen van een nefron liggen er in het niermerg?

Slide 16 - Question ouverte

Aan de bak!
Maak een begrippenlijst van 13.2.1, 13.2.2 & 13.2.3 (zie dikgedrukte woorden)

Slide 17 - Diapositive

13.2 De nieren (les 2)

Slide 18 - Diapositive

leerdoelen les 2

Je kunt de begrippen ultrafiltratie, terugserorptie en ureum uitleggen. 
Je kunt de relatie tussen bloeddruk en de werking van de nieren uitleggen. 
Je kunt uitleggen hoe het hormoon ADH de nieren aanstuurt en welke invloed dat heeft op het lichaam.
Je kunt uitleggen wat negatieve terugkoppeling is.

Slide 19 - Diapositive

werking

  • bloeddruk
  • ultrafiltratie
  • terugresorptie
  • excretie

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Welke componenten worden niet uit het bloed gehaald via ultrafiltratie?

Slide 22 - Question ouverte

Figuur 7 in je boek:
Op welke plek kun je urine aantreffen?
A
4
B
6
C
8
D
9

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

Waar in het nefron vindt de ultrafiltratie plaats?

Slide 25 - Question ouverte

Welke factor(en) speelt/spelen een rol bij de ultrafiltratie?
A
Osmotische waarde
B
Bloeddruk
C
Osmotische waarde & bloeddruk

Slide 26 - Quiz

Waar lijkt voorurine qua samenstelling het meest op?
A
bloed
B
urine
C
bloedplasma

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Vidéo

Welke stoffen worden terug geresorbeerd in de Lis van Henle?

Slide 29 - Question ouverte

In de nierkanaaltjes worden de bruikbare stoffen uit de voorurine opgenomen. Waarom noemen we dit terugresorptie en niet gewoon resorptie (zoals in de darmen)?

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Vidéo

Wat is de functie van de excretie?

Slide 32 - Question ouverte

(1) Wat voor soort transport is de excretie van zouten? (2) En wat heb je daar bij nodig?

Slide 33 - Question ouverte

Bekijk BiNaS tabel 84C. Welke twee letters geven de excretie aan?

Slide 34 - Question ouverte

Slide 35 - Vidéo

Waarom is er bij de regeling van de osmotische waarde m.b.v. ADH sprake van een negatieve terugkoppeling?

Slide 36 - Question ouverte

Slide 37 - Vidéo

Urine
Jouw 5L bloed wordt 230x gefilterd per 24 uur

1. alles eruit (ultrafiltratie)
2. alles nuttig terug (terugresorptie = actief transport)
3. enkele afvalstoffen er nog uit (excretie = actief transport)

Slide 38 - Diapositive

Mensen met een te lage bloeddruk kunnen last krijgen van hun nieren. Leg uit hoe dit kan.(T2)

Slide 39 - Question ouverte

Zijn er nog vragen over 13.2?

Slide 40 - Carte mentale

aan de bak
  1. lezen 13.2 en 13.3
  2. Maak de basiskennisvragen en toetsvragen van 13.3
  3. Kijk deze na
  4. Controleer of je alle leerdoelen gehaald hebt over dit onderwerp (zie 13.6)

Slide 41 - Diapositive