Present simple + present continuous

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Present simple + present continuous

present simple

Present simple

de present simple (tegenwoordige tijd) geeft aan als een handeling altijd, nooit of regelmatig gebeurt 

Welk voorbeeld van de present simple klopt?

1. I am walking to school
2. I am going to walk to school
3. I always walk to school
4. I walked to school

Present simple

I, you, we, you, they + ww

he, she, it + ww + s

welk voorbeeld van een vraag in de present simple klopt?

1. Is she walking to school every morning?
2. Does she walk to school every morning?
3. Walks she to school every morning?
4. Did she walk to school every morning?

welk voorbeeld van een ontkennende zin in de present simple klopt?

1. We don't walk to school every morning
2. We aren't walking to school every morning
3. We doesn't walk to school every morning
4. We don't walked to school every morning

Present simple

bij vragen en ontkennende zinnen gebruik je het hulpwerkwoord "do (I, you, we, you, they) of does (he, she, it)"

vraag: do/does + onderwerp + werkwoord

ontkennende zin: onderwerp + don't/doesn't + werkwoord

present continuous

present continuous

de present continuous (tegenwoordige tijd) geeft aan dat de handeling NU bezig is/NU aan de gang is

welk voorbeeld van de present continuous klopt?

1. I make an apple pie
2. I'm making an apple pie
3. I made an apple pie

Present continuous

I + am + werkwoord + ing

you/we/you/they + are + werkwoord+ ing

he/she/it + is + werkwoord + ing

welk voorbeeld van een vraag in de present continuous klopt?

1. Is you making an apple pie?
2. Are you making an apple pie?
3. Do you make an apple pie?

welk voorbeeld van een ontkennende zin in de present continuous klopt?

1. We do not make our homework
2. She aren't making her homework
3. She isn't making her homework

present continuous

bij ontkennende zinnen: onderwerp + vorm van to be + not + werkwoord + ing

bij vragen: vorm van to be + onderwerp + werkwoord + ing