Symbolen

les 3 

Kleding en textiel

Leerdoelen

1. Je kan 2 plekken benoemen waar de labels van kleding zitten met de wasvoorschriften.

2. Je kan minstens 2 verschillende wassymbolen benoemen.

Terugblik vorige lessen

Wat textiel is 

De was sorteren

Hoe je de wasmachine moet bedienen

Test je kennis

Wat is textiel?

1. Geweven stof
2. Een houtsoort
3. Plastic

Wol, katoen en zijde zijn ____ vezels.

1. energie
2. houtige
3. natuurlijke
4. vruchtbare

Wat is stap 1 in het sorteren van de was?

1. vuilgraad
2. sorteren op kleur
3. temperatuur
4. materiaal

In kleding zit een label, hier kan je 2 dingen vanaf lezen.

De samenstelling is van welke stof het textiel is gemaakt.

Met de wassymbolen weet je hoe je het kledingstuk moet wassen en strijken.

Wassymbolen

Elke kledingstuk  heeft een of twee labels. 

De meeste was heeft een wasetiket. Dat is een plaatje waarop staat hoe je moet wassen, drogen en strijken. Dit staat aangegeven met symbolen. Symbolen zijn plaatjes. 

Symbool

Wassen 

Symbool

strijken

WASSYMBOLEN

Epitheelweefsel wordt ook wel dekweefsel genoemd

1. Juist
2. Onjuist

Epitheel is een weefsel, dat iets bedekt en contact met de buitenwereld heeft. Het epitheel bestaat uit epitheelcellen, die in je huid zitten, maar bijvoorbeeld ook in de slijmvliezen (bekleding) van je darmen, maag en longen (luchtpijp).

Wassymbolen

Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?

Ik ______________ (pakken)

1. pakde
2. pakte

Les 3

kleding en textiel

Wat wij vandaag gaan doen is

textiel en etiketten