H5 MM les 17 GESCHIEDENIS 5.2 De middeleeuwse stad afronden

5.2 De middeleeuwse stad


1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.2 De middeleeuwse stad


Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

1. Leerdoelen 5.2
2. Wat weet je van leerdoel 1?
3. Uitleg 5.2 leerdoel 2 en 3 en checkvragen
4. Wat heb je geleerd? Wat wil je weten?
5. Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

5.2  De middeleeuwse stad
Leerdoelen
  • Je kunt de sociale lagen in een middeleeuwse stad noemen en uitleggen hoe het ambachtswezen was georganiseerd.
  • Je kunt uitleggen waarom de invoering van stadsrechten laat zien dat steden in de late middeleeuwen meer macht kregen ten opzichte van de adel.
  • Je kunt uitleggen hoe steden in de late middeleeuwen werden bestuurd.

Slide 3 - Diapositive

Vul in:
Werken in een middeleeuwse stad.
Na jarenlange training, mocht je een ____ afleggen.
Dat was een soort examen. Als je hiervoor slaagde, mocht je lid worden van het gilde.

A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 4 - Quiz

In de middeleeuwen waren de mensen op het platteland vrijer dan de mensen in de steden
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

De gilden stelden de kwaliteit en prijs van producten vast. Dat is een ...... taak
A
politieke
B
sociale
C
economische
D
culturele

Slide 6 - Quiz

De gilden gaven steun bij ziekte of dood.
Dat is een ...... taak
A
economische
B
politieke
C
culturele
D
sociale

Slide 7 - Quiz

Stadsrechten

De Heer gaf steden stadsrechten
Stad betaalde de heer voor de rechten.
Zo kon de heer  zijn leger en mensen aan zijn hof (hofhouding) betalen.

Maar de adel werd wel minder machtig en de burgers machtiger!



Slide 8 - Diapositive

Stadsrechten

De Heer gaf steden stadsrechten
Stad met stadsrechten mocht: 

  • Zelf de stad besturen
  • Eigen wetten maken
  • Stadsmuur bouwen
  • Eigen leger hebben
  • Rechtspraak zelf doen
  • Eigen munten slaan

Slide 9 - Diapositive

Rechters = het bestuur
Wie is de baas?
  • De schout is de voorzitter. Aangesteld door de heer
  • De schepenen zij zijn de andere rechters.
  • Hun taken:
  • Misdaden oplossen 
  • Misdadigers berechten en laten straffen
  • Veiligheid in de stad
  • Verdediging van de stad
  • Regels in de stad bepalen (wetten)
    ZOVEEL TAKEN?
    DE RECHTBANK WAS EIGENLIJK HET BESTUUR VAN DE STAD!!!


Slide 10 - Diapositive


Straffen in de Middeleeuwen
  • Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
  • ...maar de meeste straffen waren geldboetes!
  • Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!

Slide 11 - Diapositive

Kijk naar het volgende filmpje
Over stadsrechten en de burgerij!

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Van wie kreeg een stad stadsrechten?
A
Schepenen
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 15 - Quiz

Hij is de baas van de schepenen
A
Schout
B
Burgemeester
C
Rechter
D
Jury

Slide 16 - Quiz

De schout is de plaatsvervanger van de ... in de stad
A
Burgemeester
B
Heer
C
Rechter
D
Politie

Slide 17 - Quiz

Lees onderstaande twee zinnen. Kies steeds het juiste woord:

1. Burgers kochten stadsrechten van een heer / rechter.
2. Hierdoor regelden ze meer / minder voor hun bestuur en rechtspraak.

A
1. heer, 2. meer
B
1. rechter, 2. meer
C
1. heer, 2. minder
D
1. rechter, 2. meer

Slide 18 - Quiz

Begrippen uit deze les

  • Stadsrechten
  • Rechtbank
  • Schout
  • Schepenen


Slide 19 - Diapositive

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 20 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 21 - Question ouverte

* Huiswerk voor de volgende keer:
* Bekijk 5.2 de ontdekkingsplaat en maak een
   samenvatting
* Lees paragraaf 5.2, ook de bronnen!! En vergeet het
  onderschrift niet.
* Maak op Memomax de opdrachten 8 t/m 13 en kijk na
* Maak 5.2 Test Jezelf

Slide 22 - Diapositive