Les 5: epilepsie

Epilepsie
les 5
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Epilepsie
les 5

Slide 1 - Diapositive

Heb jij ervaring met Epilepsie?
A
JA
B
NEE

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive

Samenhang lichamelijke problemen
en verstandelijke handicap
Sommige problemen worden veroorzaakt door schade in de hersenen (door zuurstofgebrek!)

Zorgvragers met een verstandelijke beperking hebben al hersenschade.

Slide 4 - Diapositive

Oorsmeer-
proppen 
3% vs 43%
Slechtziend -heid en blindheid  1,9% vs 19,2

Slide 5 - Diapositive

Spasiticiteit  1,5% vs 14,6%
Gastro-oesofageale
refluxziekte  0,68% vs 48,2%
Obstipatie   1,7% vs 28%
Urineretentie
0,5% vs 10,2%

Slide 6 - Diapositive

Osteoporose
0,9% vs  8-21%
Schildklier
aandoening 
1,6% vs  8-12%
Dementie
5,4% vs  13,1%  
Epilepsie  
1,5
% vs  20%  

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Epilepsie

Kan ontstaan door een combinatie van erfelijke factoren en omgevingsfactoren (hersenletsel, hersenaandoening of een ongeval)

Bij 70% wordt er geen duidelijke oorzaak gevonden

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Partiele aanval

Aanval komt uit een deel van de hersenen

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Gegeneraliseerde aanval
Beide hersenhelften zijn bij de aanval betrokken

Absence, client staart 3 tot 30 seconden voor zich uit en gaat daarna veder waar hij mee bezig was

Tonisch-clonisch, spieren verstijven, 
ademhaling stokt, daarna heftige en 
ongecontroleerde bewegingen

Slide 16 - Diapositive

Niet epileptische aanval

Soms komen verschijnselen voor die op epilepsie lijken, maar dat niet zijn. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
  • Flauwvallen
  • Hartritmestoornissen
  • Migraine
  • Hyperventilatie
  • Spierschokken

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Coupeermedicatie

Deze medicatie zorgt er voor dat een aanval onderbroken wordt
Medicatie wordt ingebracht via:

  • De anus (stesolid rectiole)
  • De wangzak (rivotril druppels)
  • Neusspray ( midazolam)

Bovenstaande werkwijze zorgt voor snelle opname van het medicijn

Slide 19 - Diapositive

  • Coupeermedicatie wordt vaak ingezet bij aanvallen die langer dan 5 minuten duren
  • De behandelend arts schrijft de medicatie voor
  • Alleen als je hiervoor bevoegd en bekwaam bent, mag je de medicatie geven
  • Als de aanval niet minder wordt na het toedienen van de medicatie, dan bel je 112 of de huisarts, afhankelijk van het protocol

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo