Oefenvragen H2 Bergen naar de zee

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Oefenvragen: H2 Bergen naar de zee

Wat voor berg zie je op de foto?

1. Jong gebergte
2. oude gebergte

Hoe heet het gletsjerpuin dat onder een gletsjer ligt?

1. Grondmorenen
2. Grondpuin

is dit een u-dal of een v-dal

1. v-dal
2. u-dal

waterscheding 

stroomgebied 

Een V-dal is ontstaan door een......

1. stromende, en dus schurende rivier
2. glijdende en dus schurende gletsjer

In de Alpen vindt er verwering plaats. Wat is verwering?

1. Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei.
2. Het uitschuren van hard gesteente door verweringsmateriaal.
3. Het uitschuren van hard gesteente door water, ijs of wind.
4. Het afschuren van hard gesteente door water, ijs of wind

Gletsjers ontstaan

1. in het laagland
2. in berggebieden
3. in het dal
4. hoog in de bergen

Eeuwige sneeuw

Vastgesteente

Morene

Bovenloop

1. Eerste deel van een rivier van de bron
2. Laatste deel van een rivier door de monding
3. Middelste deel van een rivier
4. Tussen deel van een rivier

Het neerleggen van meegenomen materiaal door wind, water of ijs noemen we...

1. Erosie
2. Sedimentatie
3. Morene
4. Gletsjerpuin

Wat zijn gletsjers?

1. Rivieren van ijs
2. Rivieren van gesteente
3. Diepe dalen
4. Hoge bergen

Wat is sediment?

1. verplaatsing van bijvoorbeeld (grind of zand) door wind, water of ijs
2. Factor die de vorming van het landschap mede bepaalt.
3. Zandbank die door de branding is opgeworpen en boven zeeniveau ligt.
4. Kust waarbij het wegslaan van materiaal overheerst.

Bovenloop

Middenloop

Benedenloop

Een V-dal ontstaat bij...

1. insnijding door een rivier
2. Gletsjers
3. Zandbanken
4. Een Delta

Bij erosie

1. valt gesteente uit elkaar in kleine brokjes
2. wordt verweringsmateriaal door een schurende werking meegenomen door wind water of ijs
3. lost gesteente op in water of zuren
4. wordt gesteente achtergelaten en hoopt het op

Hoe ontstaat een gletsjer?

1. Door vele sneeuwval in het dal, de sneeuw wordt vervolgens platgedrukt en tot ijs opgehoopt.
2. Water op de berg bevriest. Te veel bevroren water zorgt ervoor dat het ijs door het dal heen trekt.
3. Ophoping van sneeuwlagen op de top van de berg. Deze worden samengedrukt en langzaam van de berg het dal in geduwd.
4. Stenen die door de vreselijke kou op de berg verbrijzeld worden en met andere gesteente van de berg afrollen.

Welke krachten waren belangrijkst bij het ontstaan van de Alpen

1. endogene krachten
2. exogene krachten

Op de kaart zie je, platen. Die noem je ook wel

1. schollen
2. endogene
3. aardkorst
4. breuken

wat stelt nr 2 voor?

1. gletsjerrivier
2. zijmorene
3. eindmorene
4. gletsjerpoort

wat stelt nr 4 voor?

1. gletsjerrivier
2. zijmorene
3. eindmorene
4. gletsjerpoort

Wat voor gesteente is B?

1. hard gesteente
2. zacht gesteente

Wat je ziet is een voorbeeld van

1. erosie
2. sedimentatie
3. morene
4. verwering

Welk type verwering zie
je op de foto hiernaast?

1. Biologische verwering
2. Chemische verwering
3. Mechanische verwering
4. Vorstverwering

Welk type verwering zie je op de foto hiernaast?

1. Biologische verwering
2. Chemische verwering
3. Mechanische verwering
4. Vorstverwering

Welk type verwering zie je op de foto hiernaast?

1. Biologische verwering
2. Chemische verwering
3. Mechanische verwering
4. Vorstverwering

Wat betekent het begrip glaciaal letterlijk?

1. Een ijstijd
2. Een warme tijd
3. Een gletsjer
4. Een ijsje

Leven we nu in een glaciaal of een interglaciaal?

1. Glaciaal
2. Interglaciaal