Rivieren van ijs

1 / 44
suivant
Slide 1: Vidéo
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Rivieren van ijs
Rivieren van ijs

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
RTTI analyse Toets H1
Inschrijven Lessonup klas
Herhalingsvragen paragraaf 1
Filmpjes en uitleg paragraaf 2
Verwerkingsvragen paragraaf 2

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat een gletsjer is en hoe deze ontstaat
Je kunt de onderdelen van een gletsjer benoemen
Je kunt de begrippen van een gletsjer toepassen op een foto of dwarsdoorsnede
Je weet wat het verschil is tussen U-dalen en V-dalen
Je kunt de kenmerken van de bovenloop van een rivier noemen
Je weet hoe en waar watervallen ontstaan

Slide 4 - Diapositive

Hoe kan het dat je nu soms fossielen op berghellingen in de Alpen kunt vinden

Slide 5 - Question ouverte

De Alpen zijn jonge bergen. (30 miljoen jaar oud). Wat is het verband tussen de tijd van het ontstaan van een berg en het feit dat deze toppen hoger zijn dan 1500m?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe zijn de Alpen ontstaan? Zet de letters in de juiste volgorde.
A Op de plek van de Alpen ligt een tropische zee.
B De zeebodem kreukelt, buigt en breekt doordat de Afrikaanse plaat langzaam naar het noorden
beweegt.
C De sterk geplooide zeebodem wordt tegen Europa aan geduwd.
D Op de bodem van de tropische zee ontstaat een dikke laag gesteente, door het doodgaan van
zeedieren en de aanvoer van zand en stenen.
E In Europa is het plooiingsgebergte de Alpen ontstaan.

A
A-D-B-C-E
B
B-C-D-E-A
C
A-C-B-D-E
D
C-D-B-E-A

Slide 7 - Quiz

Bekijk de afbeelding

Leg uit hoe de breuk is ontstaan.

Slide 8 - Question ouverte

Juist of onjuist?
Oude gebergten hebben flauwe helling en ondiepe dalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Verwering
Erosie
Sedimentatie

Slide 10 - Question de remorquage

1 Het afslijten van gesteente door water, wind of ijs wordt ook wel........genoemd
A
Verwering
B
Erosie
C
Massabeweging
D
Sedimentatie

Slide 11 - Quiz

Het neerleggen van materiaal als de transportsneheid van water, wind of ijs afneemt heet:
A
Sedimentatie
B
Reliëf
C
Verwering
D
Zwerfstenen

Slide 12 - Quiz

Op de foto zie je een voorbeeld van ...
A
erosie
B
sedimentatie
C
verwering

Slide 13 - Quiz

Endogene krachten
Exogene krachten
Verwering
Erosie
Opbouwen
Afbreken
Oud gebergte
Sedimentatie
Vulkanen
Plooiings-gebergte
Jong gebergte
Van binnenuit
Van buitenaf

Slide 14 - Question de remorquage

Jong gebergte
Oude gebergten
Hoog
Lager
Flauwe hellingen
Stijle hellingen
Spitse bergtoppen
Afgeronde bergtoppen
Diepe dalen

Slide 15 - Question de remorquage

Rivieren van ijs
Rivieren van ijs

Slide 16 - Diapositive

Verwering, Erosie en Sedimentatie!

Slide 17 - Diapositive

Wat is een gletsjer?

Slide 18 - Diapositive

Wat is een gletsjer?

Rivier van ijs die langzaam naar beneden schuift
Ontstaan in de ijstijd (glaciaal)

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Firn = Korrelige, oude en
ijsachtige sneeuw
Sneeuw --> Firn --> Ijs 

Firnbekken

Slide 21 - Diapositive

Morenen
Landvormen die gevormd zijn door de gletsjer
  • Zijmorenen
  • Grondmorenen
  • Eindmorenen

Slide 22 - Diapositive

Onderaan de gletsjer

  • Gletsjertunnel
  • Gletsjerpoort
  • Gletsjerrivier

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Question de remorquage

Een gletsjer vormt een U-dal
Steile wanden
Vlakke bodem

Slide 25 - Diapositive

V-dal (rivier)
U-dal (gletsjer)

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

De Alpen zijn de bovenloop van de rivier de Rijn.
bovenloop
middenloop
benedenloop

Slide 28 - Diapositive

De bovenloop

Slide 29 - Diapositive

De bovenloop

Slide 30 - Diapositive

Bovenloop

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Hoe heet het gletsjerpuin dat onder een gletsjer ligt?

A
grondmorene
B
grondpuin
C
grondel
D
eindmorene

Slide 33 - Quiz

Welke stelling over firn is juist? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Firn is korrelige, overjarige, ijsachtige sneeuw
B
Firn is verse sneeuw
C
Firn bevindt zich aan het eind van de gletsjer
D
Firn vormt het begin van een gletsjer

Slide 34 - Quiz

Gletsjers zorgen voor ...
A
V-dalen
B
U-dalen

Slide 35 - Quiz

hoe noem je de plek waar het smeltwater van een gletsjer uit de gletsjer stroomt?
A
gletsjerpoort
B
gletsjertunnel
C
firnbekken
D
gletsjerrivier

Slide 36 - Quiz

wat stelt nr 4 voor (aan de zijkanten van gletsjer)?
A
gletsjerrivier
B
zijmorene
C
eindmorene
D
gletsjerpoort

Slide 37 - Quiz

Welk dal is door een gletsjer gevormd?
A
B
C
D

Slide 38 - Quiz

3 Een U-dal wordt gevormd door:
A
De wind
B
Een rivier
C
Een gletsjer
D
De zee

Slide 39 - Quiz

Een V-dal is gemaakt door:
A
een lawine
B
een gletsjer
C
mensen
D
een rivier

Slide 40 - Quiz

Wat voor materiaal vervoert een gletsjer:
A
Steen, grind en zand
B
Steen, zand en klei
C
Klei, grind en zand
D
IJs

Slide 41 - Quiz

Dit dal is gevormd door een...
A
laatste ijstijd
B
Rivier

Slide 42 - Quiz

Wat is geen oppervlakte vorm, die door ijs / een gletsjer is gevormd
A
firnbekken
B
zijmorene
C
V-dal
D
hangdal met of zonder waterval

Slide 43 - Quiz

Een waterval ontstaat door verschil in hardheid van gesteente. Welke laag is dan de zachte laag?
A
De bovenlaag
B
De onderlaag

Slide 44 - Quiz