BS 4 De evolutietheorie

BS 4 De evolutietheorie
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

BS 4 De evolutietheorie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Kan de leerling de evolutietheorie uitleggen.
- Kan de leerling het verband tussen de evolutietheorie en natuurlijke selectie onderbouwen

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al over
evolutie?

Slide 3 - Carte mentale

Charles Darwin
De ontwikkeling van het leven op aarde
waarbij soorten ontstaan, veranderen en/
of verdwijnen noem je evolutie. 
Door variatie in genotypen en
natuurlijke selectie ontstaan nieuwe
soorten in periodes van miljoenen jaren. 

Slide 4 - Diapositive

Variatie in genotypen
Geslachtelijke voortplanting
Genen van vader en moeder-> nieuwe
combinaties. 
Variatie in genotype kan resulteren in
variatie in fenotype, zoals de vlinders
hiernaast. 

Slide 5 - Diapositive

Natuurlijke selectie
De dieren die het beste in het milieu passen hebben de grootste overlevingskans-> schutkleur, voedsel vangen etc. 
Darwin noemt dit natuurlijke selectie 

Slide 6 - Diapositive

Aanpassen aan het milieu
Door seksuele voortplanting nieuwe genotypes. 

Gunstige eigenschappen leven langer
en krijgen meer nakomelingen,
omdat ze het best aangepast zijn
aan hun omgeving. 

Slide 7 - Diapositive

Zal een giraf met een korte nek of een langere nek beter aangepast zijn aan hun omgeving?
A
Korte nek
B
Lange nek

Slide 8 - Quiz

Zal een snelle tijger beter aangepast zijn aan het milieu of een langzame tijger?
A
Snelle
B
Langzame

Slide 9 - Quiz

Ontstaan nieuwe soorten
- Gedurende meerdere generaties. Niet gelijk een snelle tijger of
twee verschillende soorten beren. 
- Veel variatie is belangrijk,
grotere overlevingskans als
omstandigheden
veranderen.
Bv. klimaatverandering. 

Slide 10 - Diapositive

Isolatie..

Slide 11 - Diapositive

Verschillende vissensoorten

Slide 12 - Diapositive

Hoe kunnen soorten nog meer ontstaan?

- Verandering omgeving, bepaalde eigenschappen kunnen dit wel overleven en andere niet. 
- Een soort splitst in twee groepen en veranderen allebei

Slide 13 - Diapositive

Werkvorm post-its
Welke feiten kloppen?
Welke feiten kloppen niet?

Slide 14 - Diapositive

Quiz
Hou je eigen punten bij... Per open vraag 2 punten en per gesloten vraag 1 punt
Aan het einde kan je checken hoe goed je het begrepen hebt. 

Slide 15 - Diapositive

Er hoeft niet per se variatie te zijn in genotype voor evolutie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Een soort kan eigenschappen die tijdens zijn leven veranderd zijn doorgeven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Wat kan zorgen voor variatie in genotype?
A
Alleen mutaties
B
Alleen geslachtelijke voortplanting
C
Mutaties en geslachtelijke voortplanting
D
Naar de sportschool gaan of in de zon liggen

Slide 18 - Quiz

Welke kikker zal de meeste kans hebben om te overleven in een moddersloot?
A
Een rode kikker
B
Een kikker die geen mond heeft
C
Een bruine kikker

Slide 19 - Quiz

Is het klimaat een voorbeeld van soortvorming door isolatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Wie is de bedenker van de evolutietheorie?
A
Arjan Janssen
B
Charles Darwin
C
Charlie Hopkin
D
Elisabeth Johnson

Slide 21 - Quiz

Waarom is variatie belangrijk in een groep soorten?

Slide 22 - Question ouverte

Wanneer heeft een dier de grootste overlevingskans?
A
Als de organismen een ongunstig genotype heeft
B
Als een organismen goed is aangepast aan andere organismen
C
Als een organismen gunstig genotype heeft
D
Als een organismen slecht aan het milieu is aangepast.

Slide 23 - Quiz

Wat betekent natuurlijke selectie?

Slide 24 - Question ouverte

Puntentellen
0-3 punten is onvoldoende
4-6 punten is matig
7-8 punten is voldoende
9-10 punten is goed

Slide 25 - Diapositive

Leerdoelen
1. Aan het einde van de les kan de leerling de evolutietheorie uitleggen.
2. Aan het einde van de les kan de leerling het verband tussen de evolutietheorie en natuurlijke selectie onderbouwen

Slide 26 - Diapositive

Wat neem je mee van de les?

Slide 27 - Question ouverte