Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Mannelijk, vrouwelijk en onzijdig + verwijswoorden
Herhalingsles
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhalingsles
Slide 1 - Diapositive
Programma
- Herhalen lesstof
- Oefenen lesstof
- Opdrachten
Toets?
Slide 2 - Diapositive
Mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
Slide 3 - Diapositive
- Zelfstandige naamwoorden zijn mannelijk, vrouwelijk of onzijdig.
- Het heeft meestal niks te maken met de betekenis van het woord. (het meisje)
- Als je het niet weet, zoek het op in het woordenboek.
Slide 4 - Diapositive
De tas
mannelijk/vrouwelijk of onzijdig
Slide 5 - Question ouverte
Het huis
mannelijk/vrouwelijk of onzijdig
Slide 6 - Question ouverte
Lidwoorden
Mannelijk/vrouwelijk -> de-woorden
onzijdig -> het-woorden
Slide 7 - Diapositive
Verwijswoorden
Mannelijk/vrouwelijk -> die/deze
Onzijdig -> dat/dit
De tas - Het meisje
Dichtbij of ver weg
deze of dit - die of dat
Slide 8 - Diapositive
De lepel ____ daar op tafel ligt.
A
deze
B
dit
C
die
D
dat
Slide 9 - Quiz
Het appartement ____ niet groot is.
A
deze
B
dit
C
die
D
dat
Slide 10 - Quiz
______ fornuis hier werkt niet.
A
deze
B
dit
C
die
D
dat
Slide 11 - Quiz
De hond ______ was weggerend.
A
deze
B
dit
C
die
D
dat
Slide 12 - Quiz
Verwijswoorden
Verwijzen naar woorden die eerder zijn gebruikt in een zin.
Waar wordt naar verwezen?
Slide 13 - Diapositive
Zelfstandig naamwoord
Mannelijk enkelvoud
Vrouwelijk enkelvoud
Onzijdig enkelvoud
Meervoud
Verwijswoord
hij, hem,
deze, die
zij (ze), haar,
deze, die
het,
dit, dat
zij, ze, hen, hun,
deze, die
Slide 14 - Diapositive
Piet houdt van fietsen, _____ fiets iedere dag.
A
zij
B
hem
C
hij
D
het
Slide 15 - Quiz
Dat boek is nat geworden, ______ moet drogen.
A
zij
B
hij
C
die
D
het
Slide 16 - Quiz
De bomen vallen om, ______ moeten dus opgeruimd worden.
A
hun
B
deze
C
dit
D
hij
Slide 17 - Quiz
Denise verft _______ nagels altijd.
A
het
B
hem
C
haar
D
hen
Slide 18 - Quiz
Weet je niet of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is? Zoek het dan op in het woordenboek.
Slide 19 - Diapositive
Opdrachten
Zelfstandig werken
Maak de opdrachten van hoofdstuk 4 & 5 van taalverzorging formuleren af.
Ben je klaar met de opdrachten, geef dit dan aan.
Slide 20 - Diapositive
Antwoorden bespreken?
Slide 21 - Diapositive
Einde van de les
Slide 22 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Taalverzorging (Formuleren)
Janvier 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Ma 12 april "de" en "het" woorden
Mai 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Zaterdag 13 april 2024 - Cursus 6 Formuleren par. 3 en 4 verwijswoorden
Avril 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
Ma 10 juni "de" en "het" woorden
Avril 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Formuleren H 3
Février 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
LJ2 DT5 week 4 verwijswoorden
Avril 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Les 40-H5 Verwijswoorden
Juin 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Formuleren
Janvier 2022
- Leçon avec
13 diapositives