Ma 12 april "de" en "het" woorden

Wat ga je leren in deze paragraaf?

Aan het eind van de paragraaf kan/weet je:

  1. opzoeken of iets een mannelijk, vrouwelijk of onzijdig woord is;
  2. wanneer je de woorden deze, dit, die en dat moet gebruiken.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat ga je leren in deze paragraaf?

Aan het eind van de paragraaf kan/weet je:

  1. opzoeken of iets een mannelijk, vrouwelijk of onzijdig woord is;
  2. wanneer je de woorden deze, dit, die en dat moet gebruiken.

Slide 1 - Diapositive

De les

Deze les gaan we het hebben over:

*de-woorden
*het-woorden

*mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden
*die, deze, dat, dit

Slide 2 - Diapositive

Hoe herken je mannelijke, vrouwelijke of onzijdige woorden?
Door het op te zoeken in het woordenboek!

ook digitaal... www.vandale.nl

Slide 3 - Diapositive

lesdoel
mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden herkennen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Is het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
geen idee

Slide 6 - Quiz

Welke bewering is waar?
A
Bij onzijdige woorden gebruik je de verwijswoorden dit en dat.
B
Bij onzijdige woorden gebruik je het lidwoord 'de'.
C
Bij mannelijke woorden gebruik je de verwijswoorden 'dit' en 'dat'.
D
Bij vrouwelijke woorden gebruik je alleen het verwijswoord 'deze'.

Slide 7 - Quiz

Hoe zie je in een woordenboek dat een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is?
timer
0:20
A
Door de, het of een
B
Door (m), (v) of (o)
C
Door in, uit of over
D
Door (m), (w) of (i)

Slide 8 - Quiz

Is het woord mannelijk (m),
vrouwelijk (v) of onzijdig (o)?
Koningin
timer
0:30
A
m
B
v
C
o

Slide 9 - Quiz

Is het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
geen idee

Slide 10 - Quiz

Hij, die, deze, zijn zijn verwijswoorden voor een
A
mannelijk de-woord meervoud
B
vrouwelijk de-woord enkelvoud
C
mannelijk de-woord enkelvoud
D
onzijdig het-woord enkelvoud

Slide 11 - Quiz

Is het woord mannelijk (m),
vrouwelijk (v) of onzijdig (o)?
Tuintafel
timer
0:30
A
m
B
v
C
o

Slide 12 - Quiz

Dus...
Die en deze horen bij een de-woord.
Dat en dit horen bij een het-woord.

Slide 13 - Diapositive

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
Zelfstandige naamwoorden zijn mannelijk, vrouwelijk of onzijdig.

mannelijk                           de-
vrouwelijk                           woorden

onzijdig                                het-
                                                  woorden

Slide 14 - Diapositive

Mannelijk, vrouwelijk en onzijdig

Slide 15 - Diapositive

Weet je niet of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is? Zoek het dan op in het woordenboek.

Slide 16 - Diapositive

Wanneer kies je HET als verwijswoord?
A
Bij mannelijke woorden
B
Bij onzijdige woorden
C
Bij vrouwelijke woorden
D
Bij meervoud

Slide 17 - Quiz

Is het woord mannelijk (m),
vrouwelijk (v) of onzijdig (o)?
Achterstand
timer
0:30
A
m
B
v
C
o

Slide 18 - Quiz

Welke bewering is waar? (1p):



A
Bij mannelijke woorden gebruik je het lidwoord het.
B
Bij onzijdige woorden gebruik je het lidwoord de.
C
Bij vrouwelijke woorden gebruik het het lidwoord de.

Slide 19 - Quiz

Is het woord mannelijk (m),
vrouwelijk (v) of onzijdig (o)?
Tijdschrift
timer
0:30
A
m
B
v
C
o

Slide 20 - Quiz

Huiswerk voor di 24 mei
Maken Opdr. 25 en 26

Leren blz. 238 het gele kader
de en het woorden

Slide 21 - Diapositive