Accentwoorden, trema's, aaneenschrijven

Stijl
Accentwoorden
Trema's
Aaneenschrijven
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Stijl
Accentwoorden
Trema's
Aaneenschrijven

Slide 1 - Diapositive

Welk woord is goed geschreven?
A
zee egel
B
zeeëgel
C
zee-egel
D
zeeegel

Slide 2 - Quiz

Schrijf het missende woord:
Sinds vorige week is ............... huis helemaal klaar.
(het huis is van Dylan)

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Schrijf het missende woord:
De kinderen spelen nog vaak met ............... legotrein.
(de legotrein is van opa)

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Schrijf het missende woord:
Gisteren werd .........>>>. portemonnee gevonden.
(de portemonnee is van Laurens)

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Hoe schrijf je op de goede manier
de telefoon van José?
A
Josés telefoon
B
José's telefoon
C
Josés' telefoon
D
Josees telefoon

Slide 9 - Quiz

Hoe schrijf je op de goede manier
de geschiedenis van Enschede?
A
Enschedes geschiedenis
B
Enschede's geschiedenis
C
Enschedes' geschiedenis
D
Enschedé's geschiedenis

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Welke woorden zijn goed geschreven?
En welke woorden zijn fout geschreven?
naäpen
weeïg
geoefend
reünie
petroleüm
naief
goed
goed
goed
fout
fout
fout

Slide 12 - Question de remorquage

Welk woord is goed geschreven?
A
elektriciën
B
meeëten
C
officiëel
D
coördinatie

Slide 13 - Quiz

Welk woord is fout geschreven?
A
geautomatiseerd
B
geeuropeaniseerd
C
geijzeld
D
gevarieerd

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Welke woorden zijn goed geschreven?
En welke woorden zijn fout geschreven?
canapee
trofé
ponies
lolly's
baby'tje
ponietje
goed
goed
goed
fout
fout
fout

Slide 16 - Question de remorquage

Welk woord is goed geschreven?
A
crepe
B
crêpe
C
crépe
D
crèpe

Slide 17 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
barriere
B
barriêre
C
barriére
D
barrière

Slide 18 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
cliche
B
clichê
C
cliché
D
clichè

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Welke woorden zijn goed geschreven?
En welke woorden zijn fout geschreven?
Lars fiets
Peters computer
Hamza's jas
s' ochtends
's nachts
AOWer
goed
goed
goed
fout
fout
fout

Slide 21 - Question de remorquage

Aaneenschrijven en tussenklanken

Slide 22 - Diapositive

Samenstellingen
Een woord dat uit twee of meer woorden bestaat.

Eén of meer zelfstandige naamwoorden = samenstelling
-> schrijf je aan elkaar.

Bijvoorbeeld:
Boeken+kast=boekenkast


Slide 23 - Diapositive

Aaneenschrijven
De algemene regel voor het aaneenschrijven van woorden is: samengestelde woorden schrijf je zoveel mogelijk aan elkaar, zolang dat geen lees- of uitspraakproblemen met zich meebrengt.

Slide 24 - Diapositive

Maak een samenstelling van de woorden:
buur + ruzie

Slide 25 - Question ouverte

Maak een samenstelling van:
maan + schijn

Slide 26 - Question ouverte

Samenstellingen
Soms moet je tussenletters gebruiken om een goede samenstelling te maken.



fiets + maker = fietsenmaker
snot + bel = snottebel
dorp + café = dorpscafé


Slide 27 - Diapositive

Koppelteken
Bij klinkerbotsingen:
zee-eend
toe-eigenen
foto-onderschrift

Slide 28 - Diapositive

Hoe schrijf je: stereo+installatie
A
stereo-installatie
B
stereoinstalatie
C
stereoïnstalatie
D
stereo installatie

Slide 29 - Quiz

Hoe maak je de samenstelling:
beer + gezellig
A
berengezellig
B
beregezellig
C
beergezellig

Slide 30 - Quiz

Hoe schrijf je: familie + accommodatie
A
familie accommodatie
B
familieaccommodatie
C
familie-accommodatie

Slide 31 - Quiz

stage + lopen
A
stage lopen
B
stagelopen
C
stage-lopen

Slide 32 - Quiz

hard+lopen
A
hard lopen
B
hardlopen

Slide 33 - Quiz

Aan de slag!
Maken:
Studiemeter
Taalverzorging: aaneenschrijven, accentwoorden-tremawoorden

Deeltoets

Slide 34 - Diapositive