spelling leestekens; komma

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Spelling

Telefoons inleveren

Magister

Kan iedereen nu in Magister?

Wie kan Magister niet in de app openen?

spelling

leestekens: komma

Start van de les!

Zorg dat het volgende op je tafel ligt;- leesboek

- Je boek Nieuw Nederlands 

- Je schrift 

- Je pen/etui

Wat we vandaag doen:

• Terugblik naar hoofdletters
• Doel van de les
• Uitleg gebruik van komma's
• Aan de slag! 

In welk voorbeeld wordt de hoofdletter niet goed gebruikt?

1. Kerstmis
2. Noorden
3. Finland
4. Rudolf

In welk voorbeeld wordt de hoofdletter niet goed gebruikt?

1. Linda de Mol
2. RTL 4
3. Zaterdag
4. Ik hou van Holland

Wanneer gebruiken we een hoofdletter?

1. dagen van de week
2. de maanden van het jaar
3. namen van personen
4. de seizoenen

Wanneer gebruiken we hoofdletters?

Doel van de les;

• Je leert komma’s op de juiste manier gebruiken.

Wanneer gebruiken we komma's?

apps.noordhoff.nl

Leestekens; komma's

Je gebruikt leestekens om een tekst beter leesbaar te maken. 

Je zet bijvoorbeeld een punt aan het einde van een zin. 

Naast punten, vraagtekens en uitroeptekens zijn er nog meer leestekens, bijvoorbeeld de komma. 

Met komma’s laat je zien hoe een zin in elkaar zit.

Zo gebruik je komma's!

• Zet een komma tussen de delen van een opsomming (behalve voor het woord en).
  

       Marly bestelde soep, spareribs, een toetje en een glas cola.

'

• Zet een komma tussen twee persoonsvormen. 

       Als ik morgen nog ziek ben, meld ik me af op mijn werk.

• Zet een komma voor voegwoorden als: omdat, maar, terwijl, zodat, nadat, toen, want, voordat. Let op: bij de voegwoorden en en of gebruik je bijna nooit een komma.

     We gaan met de bus naar school, omdat het regent.

     Ik stuur je via WhatsApp een foto en ik mail jou de andere informatie.

Een komma zet je ...

1. Tussen twee persoonsvormen
2. Tussen twee verbindingswoorden
3. Tussen twee moeilijke woorden
4. Tussen delen van een opsomming

Voor want en omdat zet je een komma.

1. waar
2. niet waar

Wanneer zet je een komma?

1. Ik hou van chocolade, dropjes, spekjes en koekjes.
2. Ik hou van chocolade dropjes spekjes en koekjes.
3. Ik hou van chocolade , dropjes, spekjes, en koekjes.
4. Ik hou van chocolade , dropjes spekjes en koekjes.

Een komma geeft aan dat:

1. er een nieuwe zin komt
2. je even moet wachten voor je verder leest
3. dat er een nieuwe alinea komt

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.

Ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Aan de slag!

Boek: opdracht 1 t/m 5 (blz. 228 en 229)

Opdracht 1, 2 en 3 in je schrift

opdracht 4 in je boek

opdracht 5 in je schrift

Niet af? Dan is het huiswerk!

Vond je deze paragraaf moeilijk of makkelijk?

😒🙁😐🙂😃

Waarom vind je dat?