Bloedsomlopen , hart en bloedvaten

Vandaag:
  •  Hart en bloedvaten
  • Grote en kleine bloedsomloop
  • Belangrijke bloedvaten
  • Vragen over de stof
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologySecondary Education

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Vandaag:
  •  Hart en bloedvaten
  • Grote en kleine bloedsomloop
  • Belangrijke bloedvaten
  • Vragen over de stof

Slide 1 - Diapositive

Bloedvaten en het Hart
Alles in het lichaam heeft bloed nodig om te overleven. 

in het bloed zitten namelijk alle belangrijke stoffen, onder andere zuurstof

Het bloed moet dus overal heen getransporteerd worden.

Dit noemen we de bloedsomloop.

Slide 2 - Diapositive

Welke stof heeft het lichaam o.a. nodig om te overleven:
A
Zuurstof
B
Stofmijt
C
Kledingstof
D
Stikstof

Slide 3 - Quiz

Bloedvaten
Bloedvaten zijn de snelwegen van het lichaam.

Het zijn holle buizen die door je lichaam lopen waar bloed door getransporteert wordt.
Je hebt drie soorten bloedvaten
Aders, slagaders en haarvaten

Slide 4 - Diapositive

Slagaders
Vervoeren bloed van het hart naar de weefsels.
Dikke wanden en flexibel omdat er veel druk op staat
Bij elke klopping van je hart zetten deze aders op en ontspannen weer. 
Dat is de "hartslag" die je voelt aan je pols of in je nek.

Slide 5 - Diapositive

Links is de slagader

Slide 6 - Diapositive

Aders
Aders vervoeren bloed van de weefsels terug naar je hart.
De wand is dunner(staat minder druk op)
Liggen wat meer aan de oppervlakte

Aders hebben kleppen om te zorgen dat het bloed niet terugstroomt.

Slide 7 - Diapositive

Rechts is de ader

Slide 8 - Diapositive

Haarvaten
Bloedvaten vertakken zich om overal bij te kunnen komen en worden bij elke vertakking kleiner. 
De allerkleinste vertakkingen noemen wij "haarvaten".
Deze haarvaten zijn enorm dun (één cellaag) en hier is de overgang van een slagader naar een ader.

Slide 9 - Diapositive

Midden zijn de haarvaten

Slide 10 - Diapositive

Slagaders vervoeren bloed
A
van het hart naar de weefsels
B
Van de weefsels naar het hart

Slide 11 - Quiz

Aders vervoeren bloed
A
Van het hart naar de weefsels
B
Van de weefsels naar het hart

Slide 12 - Quiz

Grote Bloedsomloop
Mensen hebben een dubbele bloedsomloop. Groot en Klein. 

De grote bloedsomloop gaat van het hart naar de weefsels via de slagaders, en van de weefsels naar het hart via de aders.

Slide 13 - Diapositive

Grote bloedsomloop
In de grote bloedsomloop vervoeren 
Slagaders zuurstofrijk bloed
en 
aders zuurstofarm bloed

Slide 14 - Diapositive

Zuurstofrijk- en arm
Slagaders
gaan van het hart náár de weefsels. Bloed is zuurstofrijk.
Haarvaten
De haarvaten zijn zo dun dat zuurstof door de wand afegelevert kan worden, net als een pakketje. Het bloed wordt hierdoor zuurstof arm, de zuurstof zit nu in de weefsels.
Aders
Via de haarvaten komt het zuurstofarme bloed weer in de aders en wordt het terug vervoert naar het hart.

Slide 15 - Diapositive

Aders in de grote bloedsomloop vervoeren
A
Zuurstofarm bloed
B
Zuurstofrijk bloed

Slide 16 - Quiz

Slagaders in de grote bloedsomloop vervoeren
A
Zuurstofrijk bloed
B
Zuurstofarm bloed

Slide 17 - Quiz

Kleine bloedsomloop
Via de aders komt er weer zuurstofarm bloed in het hart terecht. 
Wat nu? Er moet weer zuurstof in het bloed komen om de weefsels te blijven voorzien. 

Slide 18 - Diapositive

Kleine bloedsomloop
In de kleine bloedomloop stroomt er het zuurstofarme bloed van het hart naar de longen
Waar het in de longblaasjes en de bijbehorende haarvaten zuurstof opneemt 
en stroomt het van de longen naar het hart terug met zuurstofrijk bloed

Slide 19 - Diapositive

In slagaders stroomt het bloed altijd
A
Van het hart weg
B
Naar het hart toe
C
met zuurstofrijk
D
Met zuurstofarm

Slide 20 - Quiz

In aders stroomt het bloed altijd
A
Van het hart weg
B
Naar het hart toe
C
Met zuurstofrijk
D
Met zuurstofarm

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Belangrijke Regels
  1. Slagaders stromen altijd van het binnenste van het hart af
  2. Aders stromen altijd naar het binnenste van het hart toe
  3. Bloedvaten krijgen de naam van het orgaan waar het héén stroomt. 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Naar welk orgaan stroomt de Longslagader?
A
Nier
B
Lever
C
Longen
D
Hart

Slide 28 - Quiz

Vanaf welk orgaan stroomt de Longslagader?
A
Nier
B
Lever
C
Longen
D
Hart

Slide 29 - Quiz

Naar welk orgaan stroomt de nierslagader?
A
Nier
B
Lever
C
Longen
D
Hart

Slide 30 - Quiz

Naar welk orgaan stroomt de nier-ader?
A
Nier
B
Lever
C
Longen
D
Hart

Slide 31 - Quiz

Vanaf welk orgaan stroomt de nier-ader?
A
Nier
B
Lever
C
Longen
D
Hart

Slide 32 - Quiz

Vanaf orgaan stroomt de nierslagader?
A
Nier
B
Lever
C
Longen
D
Hart

Slide 33 - Quiz

De poortader
De poort ader is een belangrijke ader in de bloedsomloop én in het spijsverteringskanaal.
De poortader stroomt vanaf de maag en darmen richting de lever.
Het vervoert voedingsstoffen, bijvoorbeeld glucose die de lever kan omzetten in glycogeen wanneer nodig.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Lien

Bekijk de informatie
Bekijk de informatie over de bloedvaten, het hart, de bloedsomlopen en de bloedcellen

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Lien

Oefentoets Bloedsomloop
Maak de oefentoets & zoek de antwoorden die je niet wist op

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Lien