Gezondheid les 2

• Dierverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Wat is weerstand?

1. Immuniteit
2. Vermogen om de gezondheid te handhaven in een besmette omgeving
3. Conditie
4. Gezondheid

Wat is de eerste verdedigingslinie

1. Huid, beharing en slijmvliezen
2. Witte bloedcellen
3. Specifieke afweersysteem

Een kalf heeft immuniteit voor bepaalde ziektes verkregen door zijn moeder in de buik.
Wat voor immuniteit is dit?

1. Kunstmatige actieve immuniteit
2. Kunstmatige passieve immuniteit
3. Natuurlijke actieve immuniteit
4. Natuurlijke passieve immuniteit

Een schaap heeft de vaccinatie voor blauwtong gehad.
Wat voor immuniteit is dit?

1. Kunstmatige actieve immuniteit
2. Kunstmatige passieve immuniteit
3. Natuurlijke actieve immuniteit
4. Natuurlijke actieve immuniteit

Een kip heeft vogelgriep gehad.
Wat voor immuniteit is dit?

1. Kunstmatige actieve immuniteit
2. Kunstmatige passieve immuniteit
3. Natuurlijke actieve immuniteit
4. Natuurlijke actieve immuniteit

Je bent gebeten door een slang en krijgt een anti serum (antistoffen toegediend).
Wat voor immuniteit is dit?

1. Kunstmatige actieve immuniteit
2. Kunstmatige passieve immuniteit
3. Natuurlijke actieve immuniteit
4. Natuurlijke actieve immuniteit

Wat klopt NIET over aspecifieke afweer?

1. Komt na de eerste verdedigingslinie
2. Komt voor de specifieke afweer
3. Zijn witte bloedcellen
4. Eten alleen maar bacteriën op

Wat is een titer?

1. De hoeveelheid antistoffen in het bloedserum
2. De hoeveelheid geheugencellen die zijn aangemaakt
3. De hoeveelheid ziekteverwekkers in het bloedserum
4. De hoeveelheid ziekteverwekkers in het dier

Wanneer wordt de weerstand lager?

Wat voor effect heeft leeftijd op de weerstand?