Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Lekker lezen
Slide 1 - Diapositive
Programma vandaag
lezen
les over straattaal
Slide 2 - Diapositive
Straattaal vs. schooltaal
Slide 3 - Diapositive
Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je wat
- straattaal is
- waarom je straattaal bijv. niet tegen docenten gebruikt
- weet je wat schooltaal is
- waarom schooltaal belangrijk is
Slide 4 - Diapositive
Straattaal
wanneer? met wie? waarom?
Slide 5 - Diapositive
Schrijf in één minuut op!
zo veel mogelijk straattaalwoorden
timer
1:00
Slide 6 - Diapositive
Wat betekent het woord 'wakka'? #straattaal
A
lopen
B
liedje van Shakira
C
danspas
D
high five
Slide 7 - Quiz
Wat betekent het woord 'agga'? #straattaal
A
Den Haag
B
vreemdgaan
C
stoer lopen
D
sneaker
Slide 8 - Quiz
Wat betekent het woord 'planga'? #straattaal
A
blanke man
B
bril
C
gaspedaal
D
snel rijden
Slide 9 - Quiz
'Vriend' in straattaal is?
A
Sahbi
B
Habibi
C
Mattie
D
Yemmesh
Slide 10 - Quiz
Wat betekent het woord 'barkie'? #straattaal
A
blaffen
B
50 euro
C
blikje
D
100 euro
Slide 11 - Quiz
Wat betekent het woord 'doekoe'? #straattaal
A
doeken
B
feest
C
geld
D
auto
Slide 12 - Quiz
Straattaal: Wat is een ''waggie''?
A
Auto
B
Poging
C
Snoepje
D
Iemand aan zijn onderbroek ophangen
Slide 13 - Quiz
Straattaal
Straattaal is een vorm van jongerentaal. Het is een mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken op school en op straat.
Slide 14 - Diapositive
Kijkopdracht
Bekijk het filmpje op de volgende slide.
Wat zeggen deze bejaarden nu eigenlijk?
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Welke andere straattaalwoorden ken je?
Geef ook de betekenis
Slide 17 - Carte mentale
Algemeen Nederlands
Soms wordt dit ABN (algemeen beschaafd Nederlands) genoemd
Gebruik op scholen, bij instanties en organisaties en in formele situaties
Slide 18 - Diapositive
Schooltaal
* Schooltaal is een andere 'taal' dan spreektaal/straattaal. Denk aan woorden als: noteren, formuleren, meneer, mevrouw, dankuwel, alstublieft, toelichten
Slide 19 - Diapositive
Waarom spreek je geen straattaal tegen je docent?
Slide 20 - Diapositive
Wat betekent ABN?
A
Algemeen Bijzonder Nederlands
B
Algemeen Basis Nederlands
C
Algemeen Beschaafd Nederlands
Slide 21 - Quiz
Opdracht
Schrijf een miniverhaaltje met minimaal 10 straattaalwoorden erin