Deutsch Thema: Schule Les: Artikel

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Leerdoelen 

Je herkent kloktijden.

Je benoemt kloktijden.

Deutschunterricht

Kapitel 3: Schule

Stunde 2: der, die, das 

Lesdoel

aan het einde van de les:

- weet je welke lidwoorden er in het Duits gebruikt worden.

- weet je wanneer je welk lidwoord moet gebruiken.

lidwoorden

Wanneer gebruiken we in het Nederlands lidwoorden?

Artikel

In het Duits gebruiken we der, die en das. Alle zelfstandige naamwoorden hebben een lidwoord. Er is geen vaste regel voor het gebruik van lidwoorden. Wel is er een ezelsbruggetje. 

Lidwoorden: der, die, das und die

Woorden die eindigen op een "-e" zijn meestal:

1. vrouwelijk, dus 'die'
2. onzijdig, dus 'das'
3. mannelijk, dus 'der'
4. meervoud, dus 'die'

Als wij het lidwoord "het" gebruiken, vertaal je dat in het Duits meestal naar:

1. die
2. das
3. der
4. die (meervoud)

Mannelijke personen krijgen meestal het lidwoord:

1. die
2. das
3. der
4. die (meervoud)

Vrouwelijke dieren krijgen meestal het lidwoord:

1. die
2. das
3. der
4. die (meervoud)

____ Katze

1. die
2. der
3. das
4. die (meervoud)

____ Kuh

1. die
2. der
3. das
4. die (meervoud)

____ Buch

1. die
2. der
3. das
4. die (meervoud)

____ Brötchen

1. die
2. der
3. das
4. die (meervoud)

____ Stier

1. die
2. der
3. das
4. die (meervoud)

____ Tier

1. die
2. der
3. das
4. die (meervoud)

____ Bücher

1. die
2. der
3. das
4. die (meervoud)

____ Mutter

1. die
2. der
3. das
4. die (meervoud)

____ Pferd

1. die
2. der
3. das
4. die (meervoud)

____ Onkel

1. die
2. der
3. das
4. die (meervoud)

____ Spinne

1. die
2. der
3. das
4. die (meervoud)

.... Spinne

.... Lehrer

.... Schaf

.... Menschen

die

das

die (meervoud)

der

Lesdoel bereikt?

Jij weet nu:

- welke lidwoorden er in het Duits zijn. 

-wanneer je welk lidwoord moet gebruiken in het Duits. 

werkblad

Maak het werkblad met de lidwoorden.