Werken aan veiligheid en EHBO deel C

Werken aan veiligheid en EHBO deel B.
De komende weken gaan wij aan de slag met deel B, je gaat zelfstandig aan de slag met de taken. Wekelijks is er een weektaak in de les, zorg ervoor dat je deze aan het eind van de week af hebt getekend. 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Werken aan veiligheid en EHBO deel B.
De komende weken gaan wij aan de slag met deel B, je gaat zelfstandig aan de slag met de taken. Wekelijks is er een weektaak in de les, zorg ervoor dat je deze aan het eind van de week af hebt getekend. 

Slide 1 - Diapositive

Het doel: 

Slide 2 - Diapositive

Werken met weektaken
In de volgende slide zie je de weektaken voor komende week. Het is de bedoeling dat je aan het einde van de week de opdrachten af hebt. Ook zie je een kolom met praktische opdrachten. Deze opdrachten lever je digitaal in via magister.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

BHV staat voor:
A
beroepshulpverlening
B
beroepshelpverpleger
C
beroepshulpverpleger
D
bedrijfshulpverlening

Slide 5 - Quiz

Wat is een calamiteiten nummer?

Slide 6 - Question ouverte

Wanneer krijg je geen NL-Alert?
A
Ernstige brand in de buurt
B
Ernstige weer situatie
C
Overstromingen
D
Overval

Slide 7 - Quiz


Wat voor soort vragen zie je hier?
A
open vragen
B
gesloten vragen

Slide 8 - Quiz

Wat betekent LSD?
A
Leren, samenvatten, doorvragen
B
Luisteren, samenvatten, denken
C
Luisteren, samenvatten, doorvragen
D
Laten, samen, doen

Slide 9 - Quiz

Wat staat er in een NL-Alert?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

Welke wet gaat over veiligheid op het werk
A
Grondwet
B
ARBO wet
C
Gevarenwet
D
Milieuwet

Slide 12 - Quiz

Wat is een RI & E
A
de Arbeidstijdenwet
B
risico-, inventarisatie en evaluatie.
C
Wet flexibel werken
D
arbeitstijdenbesluit

Slide 13 - Quiz

Geef een voorbeeld van fysieke veiligheid.

Slide 14 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van sociaal- emotionele veiligheid.

Slide 15 - Question ouverte

Waar gaat sociaal-emotionele veiligheid over?
A
Hoe je risico's kan voorkomen
B
Communicatie en het prettig omgaan met elkaar
C
Hoe je je lichamelijk voelt

Slide 16 - Quiz

Je verleent een EHBO handeling, dit is nodig bij..
A
Sociaal-emotionele veiligheid
B
Fysieke veiligheid

Slide 17 - Quiz

Twee jongens schelden en beledigen elkaar, dit is een vorm van.
A
Fysieke onveiligheid
B
Sociaal- emotionele onveiligheid

Slide 18 - Quiz

Wat betekent dit pictogram?

Slide 19 - Question ouverte

Wat betekent dit pictogram?

Slide 20 - Question ouverte

Wat betekent dit pictogram?

Slide 21 - Question ouverte

Wat betekent dit pictogram?

Slide 22 - Question ouverte

Bij de ontruiming merk je dat mevrouw Janssen gevallen is, ze is slecht ter been. Je besluit haar te verplaatsen naar de nooduitgang. Hoe noem je deze handeling?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Vidéo

Bekijk de afbeelding.

Welke EHBO -techniek wordt hier toegepast?

A
Handgreep van Zach
B
Heimlich greep
C
Rautekgreep
D
Stabiele zijligging

Slide 25 - Quiz

Zet de stappen van de Rautekgreep in de goede volgorde
1. pak een onderarm van het slachtoffer met beide handen vast
2. duw het slachtoffer rechtop in een zittende positie
3. ga met beide armen onder beide oksels van het slachtoffer door
4. ga staan en sleep het slachtoffer achteruit naar een veilige plek
5. plaats je andere hand onder de andere schouder
6. kniel naast het hoofd van het slachtoffer, til de nek op van het slachtoffer en schuif je hand onder de nek naar een schouder
A
6,5,2,3,1,4
B
6,2,1,4,3,5
C
2,1,3,4,5,6
D
5,2,4,3,1,6

Slide 26 - Quiz

Wat voor soort wond zie je op de afbeelding?
A
Uitwendige wond
B
Uitwendig open wond
C
Inwendige wond

Slide 27 - Quiz

Uitwendige wonden
Inwendige wonden
Huid of slijmvlies beschadigd
Schaafwonden
Snijwonden
Scheurwonden
Huid of slijmvlies is heel
kneuzingen
Chirurgische wond
Inwendige scheur van een orgaan

Slide 28 - Question de remorquage

Hoe heet dit verbandmateriaal?
A
dekverband
B
steunverband
C
snelverband
D
rekverband

Slide 29 - Quiz

Welk verband gebruik je bij een verstuiking?
A
Snelverband
B
Steunverband
C
Dekverband

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Vidéo

Voor een wonddrukverband gebruik je:
A
snelverband + hydrofiel zwachtel
B
snelverband + ideaal zwachtel
C
Metalline gaas + hydrofiel zwachtel
D
Metalline gaas + ideaal zwachtel

Slide 32 - Quiz