Herhaling pvtt en pvvt

Herhaling pvtt en pvvt
Doelen:
> Jij kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
> en in de verleden tijd goed spellen

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling pvtt en pvvt
Doelen:
> Jij kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
> en in de verleden tijd goed spellen

Slide 1 - Diapositive

Welke regels ken je voor de pvtt?

Slide 2 - Carte mentale

Wat zijn de regels voor de PV-VT?

Slide 3 - Question ouverte

Wat zijn de regels voor de PV-TT?

Slide 4 - Question ouverte

WERKWOORDSPELLING

Slide 5 - Diapositive

Vul de juiste vorm in PVVT.

Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 6 - Quiz

Vul de juiste vorm in PVTT

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 7 - Quiz

Vul de PVTT in. Noteer je antwoorden op een blaadje.

1. Ik (aanvaarden)... jouw gedrag.
2. In de zomer (vinden)... mijn moeder zwemmen leuk.
3. (Vinden) je je thee lekker?
4. (Worden)... je tante 55 jaar?
5. (Worden).... het niet eens tijd om vrede te sluiten?
6. Jij (beantwoorden).... de vragen goed.

Slide 8 - Diapositive

Antwoorden PVTT
1. Ik aanvaard jouw gedrag.
2. In de zomer vindt mijn moeder zwemmen leuk.
3. Vind je je thee lekker?
4. Wordt je tante 55 jaar?
5. Wordt het niet eens tijd om vrede te sluiten?
6. Jij beantwoordt de vragen goed.

Slide 9 - Diapositive

Vul de PVVT in. Noteer je antwoorden op een blaadje.
1. Bij die explosie (barsten)... veekl ruiten.
2. Rowan (hoesten)... toen hij peper in zijn neus kreeg.
3. Aan de zijkant (staan)...een meisje te kleumen van de kou.
4. De meest mensen (juichen)... toen FC Groningen won van Vitesse.
5. De politicus (niezen)... door de vele pollen in de lucht.

Slide 10 - Diapositive

Antwoorden PVVT
1. Bij die explosie barstten veel ruiten.
2. Rowan hoestte toen hij peper in zijn neus kreeg.
3. Aan de zijkant stond een meisje te kleumen van de kou.
4. De meest mensen juichten  toen FC Groningen won van Vitesse.
5. De politicus nieste door de vele pollen in de lucht.

Slide 11 - Diapositive

Waar wil je nog graag extra uitleg over? Wil je niets dan schrijf je geen.

Slide 12 - Question ouverte