Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Veelgemaakte fouten phan2v1a
veelgemaakte fouten
spelling
1 / 24
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
24 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
veelgemaakte fouten
spelling
Slide 1 - Diapositive
Programma
- Planning tot nu toe
- Herhaling leestekens
- Uitleg
- Eindopdracht
- Werkblad maken
Slide 2 - Diapositive
Planning tot nu toe
- Werkblad 1 Meervoud en verkleinwoorden
- Werkblad 2 Samenstelling
- Werkblad 3 Leestekens
Aan het eind van de module --> Eindopdracht website!
Zorg ervoor dat je nu al het account hebt aangemaakt.
Slide 3 - Diapositive
met pasen ga ik brunchen met mijn familie bij café hooghoudt in groningen
Slide 4 - Question ouverte
Met Pasen ga ik brunchen met mijn familie bij café Hooghoudt in Groningen.
Slide 5 - Diapositive
Me/mij/mijn, je/jou/jouw, u/uw
ons/onze
Wanneer je een bezit aangeeft (en dat bezit direct erachter staat) gebruik je mijn, jouw, uw onze.
Ik ben mijn laptop vergeten
Je bent jouw laptop vergeten
Dat is onze keuze
Slide 6 - Diapositive
Deze laptop is van mij
Deze laptop is van jou
Deze laptop is van ons
Korte vorm 'mij' en 'jou'
Ik heb mijn
portemonnee niet bij
me
De bakker geeft
je
een gratis broodje
Slide 7 - Diapositive
Ik heb jou/jouw broertje gisteren gezien.
Slide 8 - Question ouverte
Lisa komt niet nog een keer bij jou/jouw langs.
Slide 9 - Question ouverte
Hun/hen
Hun hebben morgen een toets --> Fout!
Zij hebben morgen een toets
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Zij is persoonlijk voornaamwoord
Hun is bezittelijk voornaamwoord. Nooit onderwerp van een zin!
Slide 12 - Diapositive
Zij/hun liepen samen door de winkel.
Slide 13 - Question ouverte
Ik leer zij/hun de spelling aan van de werkwoordspelling tegenwoordige tijd
Slide 14 - Question ouverte
Als of dan
Gebruik 'als' bij vergelijkingen
Mijn scooter is net zo snel
als
die van jou.
Gebruik 'dan' bij een verschil
Seizoen 2 van die serie vind ik slechter
dan
seizoen 1
Ik denk dat ik beter in zingen ben
dan
jij
Slide 15 - Diapositive
Gebruik 'dan' bij woorden: 'ander, andere, anders'
De dag liep anders dan ik had verwacht
Slide 16 - Diapositive
Hij is groter dan/als ik/mij
Slide 17 - Question ouverte
Laura fietst even hard als/dan ik/mij
Slide 18 - Question ouverte
Na of naar
Slide 19 - Diapositive
Na
de les ga ik een broodje kopen
Ik ga
naar
huis
Slide 20 - Diapositive
Je gebruikt 'naar' in alle andere situaties.
Heb je het naar je zin hier?
Naar aanleiding van ons telefoongesprek, stuur ik u deze mail.
Slide 21 - Diapositive
Na/naar werktijd ga ik altijd na/naar de winkel
Slide 22 - Question ouverte
Eindopdracht website
Slide 23 - Diapositive
Aan de slag
Werkblad --> veelgemaakte fouten
Slide 24 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Veelgemaakte fouten
Mars 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
BBL1 - Veelgemaakte fouten
Juin 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Veelgemaakte fouten
Décembre 2020
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Veelgemaakte fouten
Novembre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Taalverzorging
Octobre 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Taalverzorging
Septembre 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Taalverzorging
Mars 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Taalverzorging
Juin 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1