CH 2. Het Bijvoeglijk naamwoord

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Aujourd'hui on va faire: 

- Comment ça va?

- Uitleg grammatica: bijvoeglijk naamwoord. 

- Samen oefenen

- Les devoirs: Exercices 16, 17 et 18.

Waar denk je aan bij het bijvoeglijk naamwoord?

Even terug naar het Nederlands

Uitleg bijvoeglijk naamwoord

- Aan het einde van de uitleg ken jij de uitgangen bij het bijvoeglijk naamwoord. 

- Aan het einde van de uitleg ken jij de onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord. 

De uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord.

.

C'est un chien noir

C'est une vache noire

Ce sont deux chiens noirs 

Ce sont deux vaches noires

C'est un chien noir

C'est une vache noire

Ce sont deux chiens noirs

Ce sont deux vaches noires

	M	V
EV	-	e
MV	s	es

Wat valt je op aan de plek?

C'est un chien noir

C'est une vache noire

Ce sont deux chiens noirs

Ce sont deux vaches noires

J'ai un chat noir

Vrai!

Faux!

Une fille contente

Vrai!

Faux!

Les filles contents

Vrai!

Faux!

De onregelmatige vormen van:

Bon

Beau

Nouveau

Vieux

Zij hebben hun eigen vormen. 

	M EV	M MV	V EV	V MV
goed	bon	bons	bon n e	bon n es
mooi	beau	beau x	b elle	belles
nieuw	nouveau	nouveau x	nouv elle	nouvelles
oud	vieu x	vieu x	v ieille	vieilles

Hoe pas je dit toe?

C'est un beau garçon 

C'est une _________ fille

De laatste uitzondering:

Deze vier bijvoegelijke naamwoorden (bon, beau, nouveau, vieux) + grand + petit.

Wat zie je gebeuren?

J'ai un grand frère

J'habite dans une belle maison

J'ai une nouvelle copine. 

J'ai trois petits lapins. 

Bon, beau, nouveau, vieux, grand, petit:
Komen vóór het zelfstandig naamwoord

Vrai ou faux:
J'ai un chien petit

1. vrai
2. faux

Vrai ou faux:
J'ai une nouvelle maison

1. vrai
2. faux

Vrai ou faux:
J'ai deux grandes soeurs

1. vrai
2. faux

Uitleg bijvoeglijk naamwoord

- Aan het einde van de uitleg ken jij de uitgangen (-/e/s/es) bij het bijvoeglijk naamwoord. 

- Aan het einde van de uitleg ken jij de onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord. 

Heb je deze lesdoelen gehaald?

Jaaazeker!!

Bijna!

Eigenlijk nog helemaal niet...

Je antwoord bepaalt wat je gaat doen :

.

Jaaazeker!!	Ga aan de slag met opdracht 17+18
bijna!	Ga aan de slag met opdracht 16 + 17
Eigenlijk nog helemaal niet..	Ga aan de slag met opdracht 16 + opdracht 11 op bladzijde 145.