Makkie 1, les 9 deel 1

• Chinees
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

vandaag...

- gaan we door met les 9: 'Waar ga je heen?'

- spelen we go

lesdoelen:

- je weet hoe je een zin ontkennend moet maken

- je kan vragen waar iemand heen gaat en de vraag ook beantwoorden

- je kent de basisregels van go/weiqi

les 9  你去哪儿？

上            下

shàng    xià

les 9  你去哪儿？

1. 去           qù                       gaan naar
   
2. 中文      Zhōngwén      Chinese taal
   
3. 上课      shàngkè         
   
4. 上……课   shàng...kè
   
5. 年级      niánjí
   
6. 上……年级    shàng ... niánjí
   
7. 作业      zuòyè
   

dialoog 对话

oefening

- combineer de Chinese tekst met de vertaling

Hoe maak je zinnen ontkennend?

- 不 bù

1. 我弟弟上中文课。wǒ dìdi shàng Zhōngwénkè.

2. 我的中文课作业多。wǒde Zhōngwénkè zuòyè duō.

3. 我去学校。wǒ qù xuéxiào.

Hoe maak je zinnen ontkennend?

- 不 bù  - staat vóór het werkwoord!

1. 我弟弟上中文课。wǒ dìdi shàng Zhōngwénkè.

2. 我的中文课作业多。wǒde Zhōngwénkè zuòyè duō.

3. 我去学校。wǒ qù xuéxiào.

Hoe maak je zinnen ontkennend?

- 不 bù  - staat vóór het werkwoord!

1. 我弟弟不上中文课。wǒ dìdi bù shàng Zhōngwénkè.

2. 我的中文课作业多。wǒde Zhōngwénkè zuòyè duō.

3. 我去学校。wǒ qù xuéxiào.

Hoe maak je zinnen ontkennend?

- 不 bù  - staat vóór het werkwoord!

1. 我弟弟不上中文课。wǒ dìdi bù shàng Zhōngwénkè.

2. 我的中文课作业不多。wǒde Zhōngwénkè zuòyè bù duō.

3. 我去学校。wǒ qù xuéxiào.

Hoe maak je zinnen ontkennend?

- 不 bù  - staat vóór het werkwoord!

1. 我弟弟不上中文课。wǒ dìdi bù shàng Zhōngwénkè.

2. 我的中文课作业不多。wǒde Zhōngwénkè zuòyè bù duō.

3. 我不去学校。wǒ bù qù xuéxiào.

woensdag 21 april

- afsluiting les 9

- rest van het jaar: proefwerk 16 juni: les 9-11

- check woorden les 9

- samen spreken: welke les heb je nu?

- go/weiqi

oef. 1 Waar gaan ze heen?

p. 73

Hoe stel je een vraag?

Ja/nee-vraag
1.    你好吗? nǐ hǎo ma? Onderwerp – werkwoord –ma?
antwoord: 好 、 不好
2.    你好不好？nǐ hǎo bù hǎo? Onderwerp – werkwoord – 不bù – werkwoord?
好 ， 不好
Open vraag (met vraagwoord)
3.    你上几年级？nǐ shàng jǐ niánjí? onderwerp – werkwoord - vraagwoord
…

Hoe zeg je in het Chinees?

onderwerp - bijwoord (niet, heel, ook) - werkwoord - rest van de info

1. Ik ga niet naar de les.

2. In welk leerjaar zit jij?

3. Hij is geen leerling van het derde leerjaar.

4. Wij hebben niet veel huiswerk.

5. De leerlingen gaan naar school.

Hoe zeg je in het Chinees?

onderwerp - bijwoord (niet, heel, ook) - werkwoord - rest van de info

1. Ik ga niet naar de les.

wǒ                           bù                                                     qù                 shàng kè.

2. In welk leerjaar zit jij?
3. Hij is geen leerling van het derde leerjaar.
4. Wij hebben niet veel huiswerk.

5. De leerlingen gaan naar school.

Hoe zeg je in het Chinees?

onderwerp - bijwoord (niet, heel, ook) - werkwoord - rest van de info

1. Ik ga niet naar de les.

wǒ                           bù                                                     qù                 shàng kè.

2. In welk leerjaar zit jij?

nǐ                                                                                       shàng          jǐ niánjí ?

3. Hij is geen leerling van het derde leerjaar.
4. Wij hebben niet veel huiswerk.

5. De leerlingen gaan naar school.

Hoe zeg je in het Chinees?

onderwerp - bijwoord (niet, heel, ook) - werkwoord - rest van de info

1. Ik ga niet naar de les.

wǒ                           bù                                                     qù                 shàng kè.

2. In welk leerjaar zit jij?

nǐ                                                                                       shàng          jǐ niánjí ?

3. Hij is geen leerling van het derde leerjaar.
tā                           bù                                                      shì              sān niánjí de xuésheng.

Hoe zeg je in het Chinees?

onderwerp - bijwoord (niet, heel, ook) - werkwoord - rest van de info

4. Wij hebben niet veel huiswerk.

wǒmen(de) zuòyè          bù                                      duō.

5. De leerlingen gaan naar school.

Hoe zeg je in het Chinees?

onderwerp - bijwoord (niet, heel, ook) - werkwoord - rest van de info

4. Wij hebben niet veel huiswerk.

wǒmen(de) zuòyè          bù                                      duō.

5. De leerlingen gaan naar school.

xuésheng                                                                    qù            xuéxiào.

vragen

- In welke klas zit je?

- Welke les heb je?

- Heb je veel huiswerk voor Chinees/Engels/wiskunde?

中文 Zhōngwén

英文 Yīngwén?

数学 shùxué?

uitdrukkingen

对不起 duìbuqǐ           sorry

没关系 méi guānxi    geeft niet!

谢谢 xièxie                    dankjewel

不客气 bú kèqi            geen dank (lett: wees niet beleefd)