Spelling H3+H4 Quiz

Spelling H3+H4
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Spelling H3+H4

Slide 1 - Diapositive

Wat is de stam van 'lopen'?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is de ik-vorm van het woord "lopen"?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is de stam van 'verven'

Slide 4 - Question ouverte

Wat is de ik-vorm van het woord "verven"?

Slide 5 - Question ouverte

Noem de ik-vormen van de volgende werkwoorden:
Bakken, raken, verhuizen.

Slide 6 - Question ouverte

i of ie
A
artiest
B
artist

Slide 7 - Quiz

i of ie
A
februari
B
februarie

Slide 8 - Quiz

i of ie
A
giechelen
B
gichelen

Slide 9 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:

Het vliegtuig (landen) ... op tijd.
A
land
B
landt

Slide 10 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:

De buurman (verbranden) ... zich
A
verbrandt
B
verbrand

Slide 11 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:

Julia... (beantwoorden) de vraag
A
beantwoordt
B
beantwoord

Slide 12 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:

Het vliegtuig ... (opstijgen)
A
stijgt op
B
stijgtt op

Slide 13 - Quiz

Au of ou
k .. wgom
A
au
B
ou

Slide 14 - Quiz

ou of au?
..teur
(schrijf het hele woord op)

Slide 15 - Question ouverte

au of ou?
kab..ter

Slide 16 - Question ouverte

Tijd om te leren

Slide 17 - Diapositive