H5.2 Verbranding

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

2.2 Verbranding

H5.2: Verbranding

• Je kan drie voorwaarden noemen voor verbranding
• Je kan minimaal drie manieren noemen om te blussen
• Je kan uitleggen hoe verbranding werkt 
  
• Je kan een reactieschema opstellen

Verbranden

Verbranding is een scheikundig proces. Een reactie met zuurstof. 

De begin en eindstoffen zijn anders en niet meer terug te veranderen.

                               Beginstof               --->                         Eindstof

Brand!

• Om en mooi brandje te maken heb je drie dingen nodig. Drie voorwaardes.

1. Brandstof (hout, olie, papier, gas, plastic, Benzine, enz)

2. Zuurstof

3. Ontbrandingstemperatuur

Noem drie voorwaarden die nodig zijn voor ontbranding.

Verbrandingsdriehoek

Hoe blus ik een brand?

Ontbrandingstemperatuur

                                         De Ontbrandingstemperatuur van een stof is de temperatuur die                                             minimaal nodig is voordat de stof gaat branden. Voor elke stof is                                              deze temperatuur verschillend.

                                          Welke stof zal als eerst branden?

Stof	Ont. Temp o C
hout	300
papier	250
plastic	400
katoen	350
wol	570
Benzine	280

Brand blussen

Verschillende brandstoffen

Niet fossiele brandstoffen

BIJVOORBEELD

• HOUT
• PAPIER
• BIOMASSA

Fossiele brandstoffen

• AARDOLIE
• AARDGAS
• STEENKOOL

Noem twee fossiele brandstoffen en twee niet fossiele brandstoffen

Chemische reactie

Bij de verbranding van fossiele brandstoffen vindt er een chemische reactie plaats.

De beginstoffen verdwijnen en er ontstaan reactieproducten.

Reactieschema chemische reactie:

beginstof(fen) → reactieproduct(en)

Reactieschema

                    Beginstof                  --->                      Eindstof

Moleculen

H₂O                   CH₄                        O₂                     CO₂

volledige en onvolledige verbranding

• Bij volledige verbranding is er genoeg zuurstof, er ontstaat altijd CO₂ en H₂O
  
• Bij onvolledige verbranding is er te weinig zuurstof, er ontstaat altijd CO en H₂O
  

• Bij onvolledige verbranding ontstaat er giftig koolmonoxide.
  

Onvolledige verbranding van aardgas:

               2 CH₄      +       3 O₂      -->      2 CO     +       4 H₂O

De brander

Schrijf het reactieschema van een brander op. Overleggen mag!

Maken opdrachten:

17, 20, 22 t/m 30