Les 13

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Weer & Klimaat

Programma

Binnenkomst + absentie (3 min)

Leerdoelen (2 min)

Introductie (5 min)

Uitleg (10 min)

Check (5 min)

Aan het werk (15 min)

Nakijken (10 min)

Afsluiting (10 min)

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je

1. uitleggen wat er bedoeld wordt met het begrip 'weer'

2. de vijf weerelementen noemen;

3. de vijf weerelementen herkennen in het weerbericht of op een weerkaart;

4. uitleggen wat luchtdruk is;

5. op een weerkaart herkennen of het hard of zacht waait.

Stel je bent de nieuwe weerman/vrouw van het journaal.
Wat zou jij de kijkers vertellen over het weer van vandaag?

Een weerman/ vrouw vertelt het weer altijd aan de hand van de 5 weerelementen. 

Kun jij de vijf weerelementen herkennen in het volgende weerbericht?

0

Ik heb de volgende weerelementen herkend:

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je

1. uitleggen wat er bedoeld wordt met het begrip 'weer'

2. de vijf weerelementen noemen;

3. de vijf weerelementen herkennen in het weerbericht of op een weerkaart;

4. uitleggen wat luchtdruk is;

5. op een weerkaart herkennen of het hard of zacht waait.

Weer = de toestand van de lucht om ons heen.

Het weer kan van tijd tot tijd veranderen. Dus over een uur of over een dag kan het weer heel anders zijn.

Het weer kan van plaats tot plaats veranderen. Dus het weer in Amsterdam kan anders zijn dan het weer in Rotterdam.

Weerelementen 

Weerelementen = 5 dingen die samen het weer maken (dus: die samen de toestand van de lucht bepalen) ->

1. Temperatuur

2. Neerslag (regen, hagel, sneeuw, mist en ijzel)

3. Bewolking

4. Wind

5. Luchtdruk

temperatuur

wind

Neerslag

zonneschijn

Luchtdruk

Luchtdruk is het gewicht van de lucht dat op de aarde drukt.

Meestal merk je hier niet veel van, behalve als het heel warm en vochtig is.

Luchtdruk wordt gemeten met een  barometer.

Barometer

Lage luchtdruk = 

• <1000
  
• De lucht is licht van gewicht
• Stijgende lucht
  
• 'Slecht weer' -> bewolking, wind, regen (= de waterkringloop!)
  

Hoge luchtdruk = 

• > 1000
• De lucht is zwaar van gewicht
• Dalende lucht
• 'Mooi' weer -> Zomer: onbewolkt, droog en warm. Winter: onbewolkt, droog en koud (= de waterkringloop)

Luchtdruk op de kaart

Lucht stroomt ALTIJD van Hogedruk naar Lagedruk
     => wind

Hoe groter het verschil in luchtdruk, hoe harder het waait.

Op een weerkaart kun je dit makkelijk zien ->

De lijnen op deze kaart heten isobaren. Ze geven de

luchtdruk aan. Hoe dichter de lijnen bij elkaar staan, 

hoe harder het waait.

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je

1. uitleggen wat er bedoeld wordt met het begrip 'weer'

2. de vijf weerelementen noemen;

3. de vijf weerelementen herkennen in het weerbericht of op een weerkaart;

4. uitleggen wat luchtdruk is;

5. op een weerkaart herkennen of het hard of zacht waait.

Vraag 1

Vraag 2

Vraag 3

Aan het werk- groep 1

Wat: 

- Examenvragen 1 tm 6

- Extra vragen A 

Hoe: alleen (binnen de groep van 3) 

Hulp: lessonup + groepsgenoten 

Tijd: 10 minuten

Klaar: Beantwoord de leerdoelen

Aan het werk- groep 2

Wat: 

- Examenvragen 1 tm 6

Hoe: met de groep + alleen

Hulp: docent + lessonup+ groepsgenoten

Tijd: 7.30 min uitleg + 7.30 minuten zelfstandig werken

2X

Nakijken

Hoe: In groepjes van 3 leerlingen bespreek je de examenopdrachten.

Komen jullie er onderling niet uit dan gebruik je je boek. Kom je er echt niet uit, dan roep je de juf!

Tijd: 10 minuten

Wat? Examenvragen 1 tm 6 (+ extra vraag A) van les 13

Klaar? Beantwoord de leerdoelen van les 13 (= je samenvatting)

Tot slot: we kijken een aantal vragen gezamenlijk na!

Afronding

Wat heb je geleerd?

Hoe heb je meegedaan?

Huiswerk

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je

1. uitleggen wat er bedoeld wordt met het begrip 'weer'

2. de vijf weerelementen noemen;

3. de vijf weerelementen herkennen in het weerbericht of op een weerkaart;

4. uitleggen wat luchtdruk is;

5. op een weerkaart herkennen of het hard of zacht waait.

Wat heb je deze les geleerd?
Leg uit wat je geleerd hebt/ ben dus zo precies mogelijk.

Hoe heb ik deze les meegedaan?

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

NIETS