47 Latijn coniunctivus alle gebruiken

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Coniunctivus 

HZ/BZ

zie p. 132 hb

Cum pater domi esset, laeti eramus.

1. situatie in irrealis heden
2. BZ cum
3. wens irrealis verleden
4. indirecte vraag

Si pater domi esset, laeti essemus.

1. wens in irrealis heden
2. BZ si
3. situatie irrealis heden
4. situatie irrealis verleden

Utinam dei nos adiuvent!

1. Wens irrealis heden
2. Wens irrealis verleden
3. Wens (werkelijk)
4. verbod

Ne facias quod dixit!

1. BZ ne
2. verbod
3. indirecte vraag
4. twijfel

Quid faciamus?

1. indirecte vraag
2. twijfel
3. aansporing
4. wens irrealis verleden

Caesar milites misit, qui hostes vincerent.

1. Caesar stuurde soldaten die de vijanden overwonnen.
2. Caesar stuurde soldaten die de vijanden moesten overwinnen.
3. Caesar stuurt soldaten om de vijanden te overwinnen
4. Caesar stuurde soldaten om de vijanden te overwinnen.

Utinam pater domi fuisset!

1. wens irrealis verleden
2. wens (werkelijk)
3. wens irrealis heden
4. verbod

Gaudeamus igitur!
(gaudere = vrolijk zijn)

Non scio qui esset iste vir.

1. twijfel
2. indirecte vraag
3. wens irrealis heden
4. situatie irrealis heden