MV Kraam - Intro

MV - Week 1: Intro
Ontstaan Zwangerschap
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

MV - Week 1: Intro
Ontstaan Zwangerschap

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Hoofddoel: Je hebt kennis van de ontwikkeling van een zwangerschap, van ontwikkeling van een eicel tot foetus.



Subdoelen: 
De student kan:
• de menstruele cyclus uitleggen.
• beschrijven waar en wanneer de ovulatie plaatsvindt.
• de ontwikkeling van bevruchte eicel tot foetus uitleggen.
• de zwangerschapsverschijnselen benoemen.
• de ontwikkelingsstadia van de foetus beschrijven.
• de uitgerekende datum berekenen.


Slide 2 - Diapositive

Zwangerschap

Slide 3 - Carte mentale

Kraamzorg

Slide 4 - Carte mentale

Heb je kinderen?
Ja
Nee

Slide 5 - Sondage

Hoeveel weken duurt een zwangerschap?
A
41
B
40
C
37
D
35

Slide 6 - Quiz

Als een meisje geboren wordt, zitten alle eiercellen al in haar eierstokken?
Waar
Niet waar

Slide 7 - Sondage

Wat betekent Ovulatie?

Slide 8 - Question ouverte

De menstruele cyclus
Als een meisje wordt geboren, zitten alle eicellen (ongeveer twee miljoen onrijpe eicellen) al in haar eierstokken. Deze eicellen zitten in eiblaasjes of follikels, die zijn gevuld met vocht of follikelvloeistof. Er worden in haar leven geen nieuwe eicellen meer bijgemaakt.



In de puberteit beginnen er voor het eerst eicellen te rijpen. In de vruchtbare periode van haar leven zullen er van die twee miljoen onrijpe eicellen een paar honderd rijp worden. Elke maand verplaatst zich een eiblaasje (een enkele maal meerdere) naar de oppervlakte en barst open, waardoor de eicel vrijkomt. Dit noemt men de ovulatie of eisprong. 

Slide 9 - Diapositive

De menstruele cyclus is het proces dat zorgt voor de periodieke rijping van eicellen en voor de opbouw en afbraak van het baarmoederslijmvlies.

De menstruele cyclus begint op de eerste dag dat de vrouw menstrueert of ongesteld is. De duur van de menstruatiecyclus kan per individu verschillen, namelijk 28 tot 32 dagen.
 
Hormonen spelen een grote rol bij de cyclus. De hypofyse (hersenaanhangsel) produceert in het begin van de cyclus het follikel stimulerend hormoon (FSH). Hierdoor rijpt in één van de eierstokken een follikel dat zich ontwikkelt tot een Graafse follikel.
Na ongeveer veertien dagen, dus halverwege de cyclus, gaat de hypofyse het luteïniserend hormoon (LH) maken. Hierdoor barst de rijpe follikel open en komt de eicel vrij uit de eierstok. Dit is de ovulatie. 
 
 Met de eerste dag van de menstruatie begint de cyclus dan weer opnieuw.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

De Bevruchting
Als er een ovulatie plaatsvindt op een moment dat er zaadcellen in de eileider zijn, is er kans op bevruchting. De eicel moet na de ovulatie binnen 48 uur worden bevrucht, anders sterft zij af.
Als er wel zaadcellen aanwezig zijn, dan groeperen die zich rond de eicel. De eerste zaadcel die door de wand van de eicel dringt, bevrucht de eicel. Dit noemen we de bevruchting of conceptie.
Zijn staart valt dan af en de celwand van de eicel verandert van structuur, zodat andere zaadcellen er niet meer in kunnen.
De geslachtscellen (eicel en zaadcel) hebben elk 23 chromosomen waarop de erfelijke informatie is vastgelegd. Alle andere lichaamscellen hebben het dubbele aantal chromosomen, namelijk 46. Bij de bevruchting versmelten de kernen van de eicel en de zaadcel tot één nieuwe cel met 46 chromosomen; de zygote of vrucht.

Slide 14 - Diapositive

De bevruchte eicel begint zich al in de eileider te delen. Er ontstaat zo een klompje van cellen dat morula wordt genoemd. Ongeveer zes dagen na de ovulatie bereikt het eitje de baarmoederholte. Het eitje heet nu blastula.

De buitenste laag van het klompje cellen gaat HCG produceren, het zwangerschapshormoon. 

Het eitje nestelt zich nu in het slijmvlies van de baarmoeder. Op de plaats van de innesteling wordt het baarmoederslijmvlies beschadigd, zodat het eerste contact met het bloed van de moeder ontstaat. Op deze plaats vormt zich nu de placenta of moederkoek.

De placenta vormt de grens tussen de gescheiden bloedsomlopen van de moeder en het embryo.

Slide 15 - Diapositive

Van Embryo tot Foetus
  • Al in de eerste maand begint de ontwikkeling van het zenuwstelsel en worden het spijsverteringsstelsel en de bloedsomloop aangelegd.
  • In de tweede maand wordt het hoofd groter. Er zijn al oogjes, oortjes en een neus zichtbaar. Kleine uitstulpsels vormen het begin van armen en benen.
  • Als de vrouw zes weken over tijd is, kun je al een hartslag op de echo zien. Het embryo is dan ongeveer twee centimeter lang.

Slide 16 - Diapositive

  • In de derde maand worden de laatste organen gevormd, waaronder de geslachtsorganen. Vingers en tenen zijn nu herkenbaar. Spieren en gewrichten ontwikkelen zich en het embryo begint zich te bewegen. Dit kan de moeder nog niet voelen. Door de snelle groei van de hersenen is het hoofd naar verhouding groot.
  • Aan het eind van de derde maand is het embryo ongeveer acht centimeter lang. De rest van de zwangerschap wordt gebruikt om te groeien en te rijpen. Het embryo is nu duidelijk als  baby herkenbaar en wordt vanaf nu foetus genoemd.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

In het prille begin van de zwangerschap is een vrouw zich vaak niet bewust dat ze zwanger is. Het eerste wat zij vaak merkt is het uitblijven van de menstruatie; dat noemen we ook wel amenorroe.

Daarnaast zijn de eerste zwangerschapstekenen:

  • gespannen en pijnlijke borsten door zwelling van het klierweefsel;
  • misselijkheid, vooral in de ochtend;
  • de bruine kringetjes rond de tepels of areola worden donkerder;
  • vaker urineren op een dag;
  • moeheid in de loop van de dag en het toenemen van de slaapbehoefte;
  • eerder emotioneel door hormoonveranderingen. 

Slide 20 - Diapositive

Zwangerschapsverschijnselen

Slide 21 - Diapositive

Zwangerschapsverschijnselen later in de zwangerschap
Ongeveer in de vierde maand kan de vrouw ‘leven’ gaan voelen. Het wordt dan ook zichtbaar dat een vrouw zwanger is, doordat de baarmoeder groeit.

Er zijn nog andere uiterlijke tekenen. In het gezicht kunnen donkere pigmentvlekken optreden. Men spreekt dan van een zwangerschapsmasker of chloasma gravidarum.
Op de buik kan een witte streep van het schaambeen naar de navel lopen, de linea alba. Soms noemt men deze linea nigra, omdat hij donker kan kleuren.

In de laatste maanden oftewel het derde trimester kan door het groeien van de foetus spanning op de huid komen. In de vezels van de lederhuid van de borsten, de onderbuik en de bovenbenen kunnen dan scheurtjes ontstaan. Dit heten striae

Slide 22 - Diapositive

OPDRACHT
Zwangerschapsduur berekenen: regel van Naegele
Neem de eerste dag van de laatste menstruatie en tel daar negen maanden bij op.
Tel hier nog eens zeven dagen bij op en je hebt je uitgerekende bevallingsdatum.

Dit kan je alleen toepassen als de vrouw een regelmatige cyclus heeft van 28 dagen. 

Slide 23 - Diapositive

Chyntia haar eerste dag van haar laatste menstruatie was 3 juni, wanneer is zij vermoedelijk uitgerekend?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive